Laten wij onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laten wij terugkeren tot de HEERE! Klaagliederen 3:4
Zoals een vrouw die haar man intens liefheeft nauwelijks kan verdragen dat hij lange tijd wegblijft – want zo’n scheiding voelt voor haar als een halve dood – zo is het ook met een ziel die Jezus liefheeft. Zulke harten verlangen ernaar Zijn aangezicht te zien; ze kunnen simpelweg niet leven zonder Zijn nabijheid en zonder gemeenschap met Hem. Zelfs één verwijtende blik, één teken van afstandelijkheid doet pijn, want een kind dat zijn tedere Vader liefheeft, kan het niet verdragen Hem te bedroeven. Zo was het eens ook met jou, toch? Weet je nog hoe het vroeger was? Hoe één enkel Schriftwoord, een vermaning, of zelfs een lichte tik van de roede van tegenspoed je meteen op je knieën bracht? Hoe je uitriep: “Heere, laat mij zien waarom U met mij strijdt?” Is dat nu nog steeds zo? Of ben je er misschien aan gewend geraakt om Jezus van een afstand te volgen? Kun je je voorstellen te leven zonder echte, diepe gemeenschap met Hem? Kun je verdragen dat je Geliefde zich van je afkeert, omdat jij je van Hem hebt afgekeerd? Misschien hebben je zonden een muur tussen jou en je God gebouwd. Daarom wil ik je liefdevol waarschuwen: het is een verdrietige en gevaarlijke zaak als wij onszelf toestaan te leven zonder de vreugde van Christus’ nabijheid. Want als we daar vrede mee hebben, is ons hart koud en hard geworden. Laten we daarom opnieuw, in al onze armoede, schuld en zwakte, tot Christus gaan. Laten we onszelf klein maken aan het kruis. Laten we ons wassen in die fontein, gevuld met Zijn kostbaar bloed. Dáár vinden we onze eerste liefde terug. Dáár krijgt ons geloof zijn eenvoud weer en ons hart opnieuw zijn tederheid.