Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid. 2 Timotheüs 1:7
Geliefde lezer, er is een plek waar jij mag schuilen voor het gewicht van schuld uit het verleden. Want juist omdat je schuldig bent, voel je die angst in je hart: je hebt de wet van onze Schepper overtreden en vreest daarom Zijn rechtvaardig oordeel. Maar luister goed: onze Schepper zelf kwam van de hemel naar de aarde. Jezus, de Christus van God, werd Mens en droeg onze zonden, zodat wij nooit meer de toorn van Zijn Vader hoeven te dragen. Wie in Jezus gelooft, zal rust vinden in Zijn dierbare wonden. Omdat Christus onze schuld heeft gedragen heeft, is deze volledig weg. Onze straf is op Hem gelegd – Hij werd onze Plaatsvervanger. Daarom hoor ik die tedere stem: “Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen, spreek naar het hart van Jeruzalem en roep haar toe dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is.” En wat jouw angsten voor de toekomst betreft: ook dáárvoor is er een schuilplaats in het vaderhart van God. Wie zijn vertrouwen op Christus stelt, kan zeggen: “Ik vrees het heden niet, ik vrees de toekomst niet. Laat rampen komen zoals ze willen, laat de wereld beven en het universum vergaan – ik ben veilig onder de vleugels van de Eeuwige. Alles zal mij meewerken ten goede, omdat ik God liefheb en door Hem ben geroepen.” Wat een wonderlijke, gezegende Schuilplaats is dat – en zij staat ook voor jou open.