Door C.H. Spurgeon, uit ‘The Sword and the Trowel’ van April 1866.
Tot aan de dag van de universele verzoening zal de beruchte gruweldaad die op de vooravond van Sint-Bartholomeüsdag in 1572 door de rooms-katholieken werd gepleegd tegen de onschuldige hugenoten, ofwel protestanten van Frankrijk, met de grootste afschuw worden herdacht. De koelbloedigheid waarmee deze slachting werd uitgevoerd, en de duivelse hartstochten die katholieke edelen en staatslieden ertoe brachten de grenzen van de menselijkheid te overschrijden door het bloedbad te leiden, maken deze gebeurtenis ongeëvenaard in de geschiedenis van de grote misdaden.
Er bestaat geen enkele twijfel over wie de aanstichters van het complot waren. De rooms-katholieken koesterden een bittere haat tegen de hugenoten en waren vastbesloten hen uit het land te verdrijven. Catharina de’ Medici, wier felle vijandschap jegens het protestantisme haar tot een geduchte aanstichtster van dit afschuwelijke plan maakte, had haar zoon, Karel IX, zodanig in haar macht dat hij slechts een marionet in haar handen was.
Admiraal Coligny, een van de meest vooraanstaande adviseurs van de koning van Navarra, die destijds aan het hoofd stond van de hugenoten, werd uitgenodigd om aan het Parijse hof te verschijnen. Coligny was het voornaamste doelwit van de wraakzucht van de katholieken en daarom werd er een mislukte aanslag op zijn leven gepleegd. Toen de koningin-moeder merkte dat dit deel van haar plan was mislukt, overtuigde zij de koning ervan dat de hugenoten luidkeels wraak eisten op de edelen van het hof vanwege de aanslag op Coligny. Deze voorstelling van zaken joeg de zwakke koning zodanig angst aan dat hij onmiddellijk toestemming gaf voor de moord op de protestanten die zich, in zijn ogen, schuldig hadden gemaakt.

Onze illustratie toont de eerste aanval van de moordzuchtige katholieken in de straten van Parijs. Karel IX gaf het eerste signaal door vanuit het raam van zijn paleis een schot te lossen. Coligny en zijn gevolg werden vermoord en hun lichamen werden aan de menigte prijsgegeven. Overal klonk de kreet: ‘Dood ze allemaal! Dood de hugenoten!’ De straten waren doordrenkt met het bloed van mannen, vrouwen en kinderen. Niemand die verdacht werd van sympathie voor de gereformeerde godsdienst mocht ontsnappen. Terwijl deze scène zich afspeelde, werden de protestanten van Lyon, Rouen en andere steden het slachtoffer van de woeste woede van de katholieken. De slachting was zorgvuldig gepland, zodat zij op hetzelfde uur in verschillende steden en voorsteden uitbrak.
Sommigen schatten dat minstens 100.000 mensen omkwamen. De schatting van Sully, namelijk 70.000, is echter algemeen aanvaard. Het staat vrijwel vast dat alleen al in Parijs minstens 10.000 mensen zijn omgekomen; deze schatting omvat niet de 500 personen die tot de hogere standen behoorden. Er wordt gezegd dat ‘de wegen bijna onbegaanbaar waren door de lijken van mannen, vrouwen en kinderen, een nieuwe en afschuwelijke barricade’.
De gruwelijke daad kreeg de goedkeuring van de paus en zijn kardinalen, en er werd goddeloos dank gebracht aan de hemel voor de bijzondere gunst die de kerk was bewezen. Het toenmalige hoofd van de Engelse Kerk, bij wet aangesteld (koningin Elizabeth), leek de zaak eveneens goed te keuren; want we zien haar onmiddellijk daarna de Franse ambassadeur ontvangen en dankbaar een liefdesbrief van de hertog van Alençon in ontvangst nemen, en enkele maanden later als peettante bij het doopvont staan van het kind van de moorddadige koning van Frankrijk.
Naast deze feiten dienen wij enkele berekeningen te plaatsen die aantonen dat de ongekende gruweldaden op de avond van Sint-Bartholomeüs slechts een onderdeel zijn van een beleid dat de Kerk op de Zeven Heuvels gedurende de twaalfhonderd jaar van haar bestaan heeft gevoerd. De heer D. A. Doudney, predikant te Bedminster nabij Bristol, vermeldde onlangs tijdens een openbare bijeenkomst dat de rooms-katholieke kerk minstens vijftig miljoen mensen heeft vermoord. Dit schat het aantal martelaren per jaar op 40.000, oftewel meer dan honderd per dag gedurende de afgelopen twaalfhonderd jaar. Vooral Spanje droeg zijn deel van de verantwoordelijkheid voor deze ongerechtigheid, want tijdens vijfenveertig inquisitieprocessen tussen 1481 en 1808 werden 31.658 mensen levend verbrand, 18.049 in effigie [1], en 225.214 veroordeeld tot galeien of gevangenisstraf.
[1] Effige dat wil zeggen: hun beeltenis of pop werd verbrand in plaats van henzelf, vaak omdat ze niet aanwezig waren of al overleden waren.
Men mag niet denken dat de respectabele schijn die het katholicisme tegenwoordig moet ophouden, betekent dat de aard van het pausdom is veranderd. Het is ambitieus en zal dat, gezien zijn organisatie, altijd blijven, om de suprematie na te streven. Zelfs de Times, die met cynische onverschilligheid kijkt naar de bekeringplannen van de rooms-katholieken, erkent dat het onmogelijk is om in de recente klachten van Engelse priesters en hoogwaardigheidsbekleders niet ‘iets van die perverse ambitie te herkennen die altijd de vloek van het rooms-katholicisme is geweest’. De rooms-katholieke kerk is nooit een puur religieuze macht geweest, is dat nu niet, en lijkt vastbesloten dat ook nooit te worden. Hoewel zij nog steeds de helft van Europa in haar geestelijke macht heeft, betreurt zij het verlies van enkele onbeduidende provincies in Italië met een bitterheid die veel scherper is dan die van de verbannen hertogen.
Dat deze steeds groeiende ambitie niet zal rusten voordat Engeland zich voor het Beest buigt, kan men gemakkelijk geloven; en dat alle inspanningen die nu worden geleverd om de opmars van het protestantisme in dit land te verzwakken, als hoofddoel hebben een vrijheidslievend volk te vernederen, is een te duidelijk feit om te ontkennen. Om haar doel te bereiken, zou het pausdom zelfs de meest gruwelijke en afschuwelijke middelen niet schuwen.
Indien de woorden van onze Verlosser, ‘Aan hun vruchten zult u hen kennen’, enige betekenis hebben, dan kunnen zij zeer terecht worden toegepast op deze verraderlijke kerk. Want wat zijn de vruchten geweest van deze vreselijke ketterij gedurende de periode waarin zij vrijwel onbeperkte macht bezat, anders dan geestelijke en politieke onderdrukking en vervolging in haar grofste en meest veelzijdige vormen? Wanneer men de wreedheden van deze kerk overziet, zou men zich zelfs kunnen afvragen of haar karakterisering als ‘dronken van het bloed der heiligen’ niet te mild is uitgedrukt.
De enige verdediging van Gods ware kerk is te vinden in God Zelf. Door steeds opnieuw Gods Woord te verkondigen en het kruis centraal te stellen, hopen we dat er een tijd zal komen waarin het niet meer nodig is om harde woorden te gebruiken om de grote misleiding te ontmaskeren die het volk zo lang tot zonde heeft verleid.