Enter your email Address

  • Log in
  • Registreer
vrijdag, 13 juni, 2025
  • Eigen HTML
Donatie
Het Spurgeon Archief
  • Home
  • Bijbels Dagboek
    • Alle Dagboeken
    • Voor Iedere Morgen
    • Voor Iedere Dag
    • Voor Iedere Avond
    • Bank Des Geloofs
    • Overdenkingen Met Spurgeon
    • Aan De Voeten Van De Meester
    • De Schatkamer Van David
    • Dagelijkse Hulp
    • Nabij De Zon
    • Met Spurgeon Het Jaar Door
  • Biografieën
    • Hoorspel
    • Wie is Spurgeon?
    • Tijdlijn van Spurgeon
    • Beknopte biografische schets van CH Spurgeon
    • Uitvoerige biografische schets van CH Spurgeon
    • Een Levensschets (1892)
    • Biografische schets van Susannah Spurgeon
    • Biografie van Charles Spurgeon
    • Docudrama
  • Preken
    • Preken
    • Voor de Predikant
  • Categorieën
    • Blog
    • Brieven
    • De Bekering
    • Diversen
    • Doop
    • Gebeden
    • Het Kruis
    • Korte Overdenkingen
    • Voor kinderen
    • Woorden Van Troost
    • Woorden Van Waarschuwing
    • Woorden Van Wijsheid
  • Onderwerpen
  • Contact
  • Home
  • Bijbels Dagboek
    • Alle Dagboeken
    • Voor Iedere Morgen
    • Voor Iedere Dag
    • Voor Iedere Avond
    • Bank Des Geloofs
    • Overdenkingen Met Spurgeon
    • Aan De Voeten Van De Meester
    • De Schatkamer Van David
    • Dagelijkse Hulp
    • Nabij De Zon
    • Met Spurgeon Het Jaar Door
  • Biografieën
    • Hoorspel
    • Wie is Spurgeon?
    • Tijdlijn van Spurgeon
    • Beknopte biografische schets van CH Spurgeon
    • Uitvoerige biografische schets van CH Spurgeon
    • Een Levensschets (1892)
    • Biografische schets van Susannah Spurgeon
    • Biografie van Charles Spurgeon
    • Docudrama
  • Preken
    • Preken
    • Voor de Predikant
  • Categorieën
    • Blog
    • Brieven
    • De Bekering
    • Diversen
    • Doop
    • Gebeden
    • Het Kruis
    • Korte Overdenkingen
    • Voor kinderen
    • Woorden Van Troost
    • Woorden Van Waarschuwing
    • Woorden Van Wijsheid
  • Onderwerpen
  • Contact

Meer resultaten...

Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud
Kies onderwerp of categorie
Het Spurgeon Archief
Home Preken

Het verheerlijkte gezicht van Jezus

Christ's Transfigured Face

Door Charles Haddon Spurgeon
1 augustus
uit Preken
Leestijd: 29 minuten
A A

Een preek bedoeld om te worden voorgelezen op zondag 2 juni 1901. Uitgesproken door C.H. Spurgeon
in de Metropolitan Tabernacle, Newington op zondagavond, 1 augustus 1880.

Zijn gezicht straalde als de zon. Mattheüs 17:2

Toen onze Heere Jezus Christus op deze aarde was, was Hij even goddelijk als in de tijd voordat Hij Zijn Vaders hof in de hemel verliet. Hij hield nooit op God te zijn. De Godheid was geen moment gescheiden van Zijn mensheid. Daarom was Hij altijd heerlijk. Toch was er op bij de verheerlijking een grotere heerlijkheid zichtbaar aan Hem dan gewoonlijk. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het is waar. Want voor Christus was het veel minder moeilijk om Zijn heerlijkheid te laten zien dan om die in te houden en te verbergen. Het is voor eeuwig Zijn heerlijkheid dat Hij Zijn heerlijkheid bedekte. Terwijl Hij rijk was, werd Hij omwille van ons arm. Terwijl Hij God boven alles was, voor eeuwig gezegend, heeft Hij ‘Zichzelf ontledigd door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden’ (Fil. 2:7).

De vernedering van onze Heere was volmaakt vrijwillig. En het zou me niet verbazen als ik erachter kwam dat Zijn gezicht vaak straalde van heerlijkheid als Hij alleen was, zoals hier bij Zijn verheerlijking. Ik kan me gemakkelijk voorstellen dat Hij vaak terugkeerde naar wat Zijn gewone conditie was als geen menselijk oog Hem aanstaarde. Als u de vier evangeliën zorgvuldig leest, denk ik dat u aanwijzingen zult vinden dat Zijn heerlijkheid altijd op het punt stond op te lichten. Wat zorgde ervoor dat degenen die Hem in de hof van Gethsémané gevangen kwamen nemen achterover deed vallen toen Hij zei: ‘Ik ben het’? Denkt u niet dat het kwam doordat Jehova’s licht op hen viel, iets daarvan tenminste? Zeker, bij tijden scheen er een mystieke heerlijkheid om Hem heen en degenen die dicht bij Hem kwamen leken daardoor gevangengenomen te worden. Ik vermoed dat het meer was dan natuurlijk overwicht waardoor de oversten bij de farizeeër» en hogepriesters terugkwamen zonder Hem mee te nemen. Ze verontschuldigden zich: ‘Nooit sprak iemand zoals deze Man.’

Een soort licht scheen van tijd tot tijd in afgezwakte vorm van Christus af, maar bij deze gelegenheid deed Hij de sluier weg. Nee, ik kan beter zeggen dat Hij er een hoekje van oplichtte en deze drie hoog begenadigde personen toestond om te zien wat daar altijd al onder was, maar gewoonlijk voor hun ogen verborgen werd. ‘En wij hebben Zijn heerlijkheid gezien’, schrijft Johannes (Joh. 1:14). ‘Wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit’, schrijft Petrus (2 Petr. 1:15). Ze hebben zeker de heerlijkheid gezien die, naar ik denk, op andere momenten zichtbaar was als Christus alleen was.

Maar of dat zo was of niet, Hij had goede reden om Zijn heerlijkheid bij deze ene gelegenheid te openbaren. Het kan zijn dat we er wat onderwijs uit kunnen trekken als we eerst mediteren over de verheerlijking als geheel en onze gedachten dan in het bijzonder richten op de heerlijkheid van Christus’ verheerlijkte gezicht.

  1. De verheerlijking als geheel.

Ik wil dat u opmerkt onder welke omstandigheden Christus Zijn heerlijkheid aan Zijn drie discipelen openbaarde. Het eerste wat mij opvalt, is dat het op een eenzame plek was. Ze waren op ‘een hoge berg, alleen.’ Leer hieruit, lieve vrienden, dat als we Jezus willen zien in Zijn heerlijkheid, we bij de massa vandaan moeten. Hij kan tot ons komen als we bij Zijn volk zijn, zoals Hij kwam bij de discipelen in de bovenzaal. Maar ook daar was een soort eenzaamheid, ook daar een soort uitsluiting. De wereld was buitengesloten en er was niemand anders dan Zijn eigen volgelingen. Onze Heere schept er vreugde in om te spreken tot Zijn geliefden als ze zich terugtrekken.

Hou net als Abraham de knechten op afstand van de heilige ontmoetingsplek en ga alleen de berg op, of met speciaal uitgekozen gezelschap. Hier in Londen hebben we meer stilte nodig. Tenminste, ik bedoel dat we het meer dan mensen in de buitengebieden nodig hebben om voor onszelf gelegenheid te vinden voor eenzaamheid. Zij wandelen ‘s avonds haast onvermijdelijk door de velden en we kunnen hopen dat ze net als Izak dan met hun God spreken. Maar aangezien wij geen velden hebben om in te wandelen, moeten we het op de een of andere manier organiseren om alleen te zijn. De heerlijkste bezoeken van Christus zijn als de fijnste bezoeken van mensen die we liefhebben: niet op de drukke markt of de overvolle straten, maar als we alleen met hen zijn.

Bij deze gelegenheid openbaarde onze gezegende Meester Zijn heerlijkheid ook terwijl Hij in gebed was. Lukas zegt: ‘En het gebeurde terwijl Hij bad, dat de aanblik van Zijn gezicht veranderd werd en Zijn kleding blinkend wit werd’ (Luk. 9:28). Gebed is de sleutel van alle wonderen. Toen Christus Zichzelf als het ware ontsluiten wilde om Zijn discipelen Zijn innerlijke heerlijkheid te laten zien, bad Hij. En dat moet ons leren dat als we de heerlijkheid van Christus willen zien, wij ook moeten bidden. Dit zijn praktische waarheden, veel praktischer dan velen denken. We zijn veel te vaak als Martha: bezorgd en we maken ons druk om veel dingen. We moeten meer worden als Maria en aan de voeten van Jezus zitten, opkijken naar Zijn lieve gezicht en luisteren naar Zijn genadige woorden. Het bezige leven zal weinig kracht hebben als het niet samengaat met veel overdenking en gebed. We moeten ons terugtrekken voor persoonlijk gebed als er echte groei in genade wil zijn.

Toen de discipelen van onze Heere Zijn heerlijkheid zagen, werd die geopenbaard in een stralend licht. Dit kan ons onderwijzen hoe echt goddelijk Hij is. Want God is licht en er is ‘in Hem in het geheel geen duisternis’ (1 Joh. 1:5). Het kan ons ook laten zien hoe Hij tot ons gekomen is als het licht, niet in de duisternis en donkerheid om ons te overweldigen en te doen wanhopen en ons als de Egyptenaren neer te laten zitten tijdens de duisternis die gevoeld kan worden. Maar Christus is ‘het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht’ (Joh. 1:9), en als we Hem ontvangen zullen we dat inzien. De heerlijkheid die de discipelen zagen, was een licht dat door het oog waar te nemen viel. Er is ook een moreel, geestelijk, spiritueel licht in de heerlijkheid van Jezus dat we zullen zien als we Hem zien zoals Hij is. Dat zal de hoofdzaak zijn van wat we zien als we de genade krijgen van een blik op Hem.

We kunnen ook iets leren van de mensen aan wie de Heere Zijn heerlijkheid openbaarde. Het waren er maar weinig. Het waren er slechts drie. En ik durf te zeggen dat er onder de heiligen van God in alle eeuwen er niet veel zijn geweest die onze Heere Jezus Christus volledig hebben aanschouwd. Gezegend zijn inderdaad de ogen die Hem zo gezien hebben, maar het zijn er maar heel weinig. Ieder van ons die in Jezus heeft geloofd, heeft op Hem gezien en is verlicht geworden. Hij heeft redding gevonden door Hem. Maar zelfs onder ons zijn er sommigen die veel van hun rechtmatige voorrechten mislopen. Ze zijn deels blind en kunnen niet ver zien. Door de genade van God zullen ze zeker naar de hemel gaan, maar ze zullen veel duisternis op hun weg vinden. En er zijn er een paar onder ons die zo in Christus blijven, van dag tot dag, dat ze Hem zo duidelijk zien als maar kan. Ik moet belijden dat ik sommige heiligen benijd als ik hun biografieën lees.

Ze hebben de Heere veel beter gezien dan ik. En ik verlang, ik honger, ik dorst om zo veel van Hem te zien als aan deze kant van de doodsrivier gezien kan worden. Waarom zouden we dat allemaal niet doen? Ogen zijn ervoor bedoeld om licht te zien, en geestelijke ogen zijn bedoeld om Christus te zien. Ze worden nooit zo goed gebruikt als wanneer ze voortdurend op Hem focussen. Alle kleinere lichten worden vergeten, ze mogen uitdoven als Hij het enige grote Licht wordt waarin de ziel zich verheugt. Let hier dus op, grote hoop van belijders, uit de twaalf apostelen waren er slechts drie die de verheerlijking zagen. En wat vormden deze drie maar een klein deel van de grote menigte mannen en vrouwen die op dat moment Jezus volgden!

Toch ging het om drie heel bijzondere mensen. Sommigen zeggen dat Petrus een van hen was omdat hij zijn Meester zo liefhad. En dat Johannes er een van was omdat zijn Meester zo veel van hem hield. En dat Jakobus de derde was omdat hij al zo snel moest sterven, de eerste apostel die een martelaar werd voor het geloof in Jezus Christus. Ik denk echter niet dat er zo een goed onderscheid wordt aangebracht, want ik zou nooit zeggen dat Petrus Christus meer liefhad dan Johannes. Petrus was openhartig, moedig, enthousiast. In mijn beleving zit er iets heel prettigs in Petrus. En volgens mij hebben we meer Petrussen nodig in de kerk van vandaag. Ook al zijn ze ruw en impulsief, er zit vuur in hen.

Ze zijn een locomotief die ons in beweging houdt. Voor wat Johannes betreft, iedereen kan inzien dat het goed was dat de man, die zijn hoofd aan de boezem van Christus legde en die zo liefhebbend de zorg voor de moeder van de Meester op zich nam en die de Heere zou zien op het eiland Patmos, Hem eens in heerlijkheid zou zien, zodat hij Hem zou herkennen als Hij weer aan hem verscheen. En als het gaat om Jakobus, kunnen we gemakkelijk geloven dat hij bijzonder mooie karaktertrekken bezat die maakten dat hij een van de drie mocht zijn. Zijn vroege martelaarsdood en het feit dat hij de broer van Johannes was, hebben hem zeker een hoge positie gegeven tussen de apostelen van Christus.

Ik neem aan dat het er drie waren zodat we hun getuigenis over de verheerlijking niet in twijfel zullen trekken. Twee of drie getuigen waren voldoende voor een rechtszaak. Iets wat niet kan worden bewezen door drie eerlijke getuigen, kan wellicht ook niet worden bewezen door dertig getuigen. En als drie personen overeenkomen om te liegen, zullen dertig mensen de waarheid wellicht ook niet spreken.

Deze drie apostelen werden vooral gekozen om Christus in Zijn heerlijkheid te zien, omdat ze Hem daarna zouden aanschouwen in Zijn grootste stervensnood. Ik kan me niet indenken wat ze gevoeld moeten hebben toen ze Hem eerst stralender dan de zon zagen en vervolgens rood als een roos door het bloedige zweet. Ik weet niet welk gezicht iemand liever moet wensen – om Christus gekleed in het licht te zien, stralender dan de zon, of om Hem getekend door Zijn eigen bloed te zien, waarbij Hij in wezen werd uitgegoten in stervensnood voor ons. ‘O’, zei Rutherford, ‘was Hij niet prachtig toen Hij het rode hemd van Zijn eigen bloed voor u en mij droeg?’ O, de lieflijkheid van een stervende Zaligmaker! Ik kan Hem niet vergelijken in deze twee ervaringen, die zozeer van elkaar verschillen. Je moet Hem in beide gezien hebben om elk van deze ervaringen te begrijpen. Deze apostelen zagen hun Heere in Zijn heerlijkheid en in Zijn stervensnood.

En wellicht zegt iemand hier: ‘O, ik wilde dat ik met die twee gezichten werd begenadigd. Ik wilde dat ik de Heere Jezus Christus in een visioen kon zien, als het niet in werkelijkheid kan.’ Lieve vriend, vraag niet om zoiets. Wees tevreden om Hem door het geloof te zien. Want dat is het enige gezicht dat u echt nodig hebt. Bedenk ook dat Petrus, al had hij Christus zo gezien, Hem toch verloochende. En al hadden Jakobus en Johannes Hem gezien, toch lieten ze Hem alleen en vluchtten ze met de rest van de apostelen.

Petrus deed er daarom goed aan om de openbaring van Christus in de Schriften te plaatsen boven de openbaring op de berg der verheerlijking, toen hij schreef: ‘Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren. En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart’ (2 Petr. 1:16-19). De volledige Schrift, door het geloof aanvaard, geeft ons een scherpere blik op Christus dan wanneer we ‘Thabor? heerlijke helling beklimmen’, want ‘in dat al te grote licht, verduistert mijn blik.’ Daarom is het beter om kalm en rustig Christus in de Schriften te zien dan te wensen Hem ofwel in Zijn heerlijkheid, ofwel in Zijn doodsstrijd te aanschouwen.

Iets anders dat we kunnen leren van de openbaring van onze Heere Jezus Christus aan Zijn discipelen als gekleed in licht, is dat wij de heerlijkheid die het menselijk lichaam kan dragen nauwelijks beseffen. Niemand weet welke schoonheid om onze eigen lichamen zal worden gelegd. Onze lichamen zijn slechts in bepaalde opzichten ‘ijdel.’ U kent het verschil tussen een gezicht dat oplicht, zoals we dat zeggen, en een gezicht dat in rust is voor het maken van een portret. Op het moment dat de fotograaf de hoes van de camera haalt, verdwijnt iemands ziel en lijkt hij helemaal niet meer op zichzelf. Maar kijk eens naar hem als hij vol leven zit, als hij spreekt over een vrolijk onderwerp. Zijn gezicht licht op en zijn hele verschijning is anders. Ik heb mensen gekend die een bijzondere glans op hun gezicht leken te krijgen als ze over Christus spraken. En heel vaak lichten de gezichten van stervenden op door een wonderlijk licht. Dokters weten dat er echt een soort licht komt van het menselijk gezicht in bepaalde stadia van ziekte.

Dat is niet de helderheid die we wensen, maar ons lichaam is in staat om opzienbarend te worden veranderd als het God behaagt die verandering in ons te bewerken. Wijzelf zullen verbaasd staan dat lichamen als de onze zo licht kunnen worden, zo helder, zo etherisch. Het lichaam van Christus werd zo. En wij zullen, in onze mate, opstaan in gelijkheid aan Zijn heerlijke lichaam. ‘En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen’ (1 Kor. 15:49). En dit beeld van de Hemelse, dat de apostelen op de heilige berg zagen, is een verwijzing voor ons dat het klaarblijkelijk mogelijk is dat onze arme lichamen worden bekleed met hemelse heerlijkheid.

  1. Nu wil ik nog slechts enkele minuten met u spreken over Christus’ verheerlijkte gezicht, waarover onze tekst zegt: ‘Zijn gezicht straalde als de zon.’

In de eerste plaats leren we uit deze waarheid dat Jezus Christus Dezelfde is in Zijn heerlijkheid als daarvoor. Hij werd verheerlijkt, maar Hij werd niet veranderd in een andere persoon. Mattheüs schrijft: ‘Zijn gezicht straalde als de zon.’ Dan was Zijn gezicht dus hetzelfde gezicht als daarvoor. Het was Zijn gezicht dat de apostelen zagen. Alle bekende trekken van Zijn aangezicht lagen erop, hoewel ze door een bovennatuurlijke glans werden verlicht. Dus wat voor heerlijkheid in de toekomst ook op Christus zal komen, het zullen dezelfde dierbare lijnen zijn die oplichten door hemelse helderheid. En omdat er geen verandering in Zijn trekken was, was er ook geen verandering in Zijn natuur. De verheerlijkte Christus was dezelfde Zaligmaker Die de apostelen daarvoor hadden gekend. En ik houd ervan om te bedenken dat Hij, ook al regeert Hij nu hoog verheven, voor zover Zijn identiteit en natuur betreft Dezelfde is als Hij was op aarde. Er is niets veranderd aan Zijn hart of aan Zijn doel of aan Zijn voornemens met Zijn volk.

Dat Jezus Christus Dezelfde bleef, blijkt ook uit het feit dat Zijn discipelen bij Hem waren toen Hij werd verheerlijkt, want Mattheüs zegt: ‘Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd.’ Denk niet, lieve vrienden, dat onze Heere Jezus Christus Zijn discipelen vergeet als Hij in de hoogste heerlijkheid is. Nee! Zelfs dan zullen zij met Hem zijn, want dat is deel van Zijn grote middelaarsgebed voor hen: ‘Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt’ (Joh. 17:24). Soms veranderen mensen door omstandigheden. Ze worden groot in de wereld en dan kennen ze hun arme vrienden en relaties niet meer. Maar Christus’ hart veranderde niet door de wonderlijk verandering die Hij onderging toen Hij met licht bekleed werd. Na de verheerlijking sprak Hij op dezelfde vriendelijke, menselijke en tedere toon tot Zijn discipelen als daarvoor. Hij legde Zijn hand op de oude, vertrouwde manier op hen en zei: ‘Sta op en wees niet bevreesd.’ Precies zoals Hij toen Hij op het water liep tegen hen had gezegd: ‘Ik ben het, wees niet bevreesd’ (Joh. 6:20).

Nee, lieve vrienden, er was geen verandering in Hem, want zoals ik u al gezegd heb, zelfs toen Hij op deze manier Zijn heerlijkheid liet zien, sprak Hij over Zijn einde in Jeruzalem. Hij dwaalde niet van Zijn grote doel af waarvoor Hij de hemel had verlaten. En er was ook geen verandering in Zijn gevoelens voor Zijn volk of in Zijn wijze van doen. O geliefde, heeft u Christus hier leren kennen? Dan zult u Hem hierna ook kennen. Heeft u Hem aan het kruis vertrouwd? Dan zal Hij u niet verloochenen als Hij Zijn vele kronen draagt en op de troon zit. U zult op de dag dat u Hem in Zijn grootste heerlijkheid ziet, zeggen, zoals we net zongen:

Dit is de Man, de verhoogde Man,
Die we aanbidden zonder dat we Hem zien.

O ja! U zult de littekens van de spijkers bijzonder zien stralen en u zult weten dat Hij inderdaad uw oude, vertrouwde Zaligmaker is, Die op aarde bij u was. En u zult voor eeuwig met Hem in de hemel zijn.

Onze tekst leert ons nog een tweede les, namelijk dat de heerlijkheid van Christus elk menselijk uitdrukkingsvermogen te boven gaat. We kunnen de lichtkracht van het gas dat we stoken meten. We kunnen dat uitdrukken door de hoeveelheid kaarsen te noemen die we anders nodig zouden hebben. Maar zou er een snelle rekenaar zijn die voor ons de hoeveelheid kaarsen kan noemen die de kracht van de zon evenaart? Nee, dat is een som die niemand uit kan rekenen. Want de zon geeft meer licht dan alle andere lichten samen. Wij zijn niet in staat om een lamp te maken of te bedenken die de zon evenaart. De zon is de bron van alle licht dat de wereld binnenstroomt op de helderste dagen.

Zo is het met Christus. Hij heeft alle helderheid en heerlijkheid in Zichzelf. Elke deugd, elke goedheid, elke uitnemendheid is in Hem. Iemand zei over koning Henry VIII dat als de portretten van alle tirannen die ooit geleefd hebben, verloren zouden gaan, ze allemaal opnieuw geschilderd zouden kunnen worden aan de hand van zijn gezicht. En die uitdrukking kan ik goed gebruiken en omkeren door te zeggen dat als alle schoonheid en alle goedheid en alle liefde en alle vriendelijkheid die er ooit onder de mensen waren vergeten zouden worden, ze allemaal weer zouden kunnen worden vermenigvuldigd uit het karakter van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.

We kunnen de volle heerlijkheid van de zon niet echt zien. Er zijn mensen blind geworden doordat ze te intens naar de zon gekeken hebben. En geen sterfelijk oog kan alle heerlijkheden van Christus aanschouwen. U kunt veel van Hem zien. Maar er is zo’n wonderlijke verborgenheid, zo’n onbevattelijke overvloed aan heerlijkheid, in Hem, dat als iemand zegt: ‘Ik ken Hem helemaal’, hij daarmee bewijst dat hij Hem niet kent. Paulus schreef aan de Filippenzen: ‘opdat ik Hem mag kennen’ (Fil. 3:10). Toch kende hij Christus toen al vele jaren. Ik vermoed dat hij veel meer van Christus wist in de eerste jaren van zijn christelijke leven dan de meesten van ons na twintig of dertig jaar. Toch, na die lange periode van genadig onderwijs door de Heilige Geest, moest hij om zijn hartgrondige verlangen uit te drukken nog steeds schrijven: ‘opdat ik Hem mag kennen.’ Hij voelde dat hij nog steeds niet samen met alle heiligen kon bevatten wat de hoogte, de diepte, de lengte en de breedte van de liefde van Christus was, die alle kennis te boven gaat.

Er is een niet uit te drukken heerlijkheid in mijn Meester. Ik kan nooit overdrijven als ik daarover spreek. Ik kan me nooit te buiten gaan als ik Hem prijs. Ik kan Hem nooit zo veel verhogen dat iemand in waarheid tegen me zal kunnen zeggen: ‘Dat is te veel eer voor onze Heere.’ Nee, als alle menselijke tongen uitnemend Zijn lof bezongen en als alle engelenstemmen nooit over iets anders spraken dan over Zijn lof en grootheid, dan zou die gecombineerde lof niet uitkomen boven Zijn voetzolen. Zo heerlijk is Hij.

Uit onze tekst haal ik in de derde plaats dat de heerlijkheid van Christus bedoeld is om ons te bemoedigen en ons te verlichten. Het licht van de zon openbaart. Christus openbaart ook veel aan ons. In Zijn licht zien we het licht (Ps. 36:10). Wie Christus kent, kent God, Die licht is. Het licht van Gods Geest wordt aan hen gegeven die Christus kennen. Zij hebben de zalving van de Heilige en ze weten alles (1 Joh. 2:20). Christus heeft de onsterfelijkheid aan het licht gebracht door Zijn verschijning. Hij is inderdaad wonderlijk in Zijn openbaring.

Christus is ook een grote Trooster, net als de zon. Wat brengt de zon ons veel troost! Hoe naar zou het zijn als we het licht van de zon niet zouden hebben. Maar, o! Wat komen er stromen van troost in donkere harten als Christus, de Zon der gerechtigheid, verschijnt! Geen eenzame wachter op de toren zuchtte ooit zo om de schemer als zij die de Zaligmaker liefhebben en Zijn nabijheid hebben verloren. En nooit werden handen zo uitbundig geklapt bij het licht van de zon die in het verre noorden na maanden weer verscheen, als wij ze in geestelijke zin klappen als Christus Zichzelf aan ons openbaart, want Hij is werkelijk ‘de vertroosting van Israël.’

Evenals de zon, geneest Jezus ook. Italianen zeggen: ‘Waar de zon niet komt, verschijnt de dokter al snel.’ Maar waar de zon schijnt, brengen zijn stralen de mensen gewoonlijk ten minste enige gezondheid. Op dezelfde manier herleven de zieken waar Jezus is, want onder Zijn vleugels vinden we genezing. Jezus’ gezicht straalt als de zon en verspreidt geen kwade dampen, geen dodelijke pijlen van dreigende wraak, maar slechts goedheid en liefde. O, dat we allen door geloof zouden kijken naar Zijn gezegende gezicht en alle voordelen zouden ontvangen die Hij zo graag op ons laadt! Hij wacht erop.

Ik moet me wel beperken en heel kort op elk punt ingaan, hoewel ik haast zonder beperking door zou kunnen gaan. Ik vraag u daarom in de vierde plaats om op te merken dat de heerlijkheid van Christus zodanig is dat ze door ons kan worden weerspiegeld. Iedereen weet dat zonlicht kan worden weerspiegeld. We hebben veel te danken aan gereflecteerd licht. De heerlijkheid van Christus is van zo’n aard dat ze op ons schijnen kan, zodat we het zien en vervolgens kunnen we het reflecteren en weerkaatsen in de richting van anderen. U kunt aan anderen iets geven van wat Christus u geeft, en dat is een grote zegen. ‘Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus’ (2 Kor. 4:6), opdat wij dat licht op anderen zouden laten schijnen.

Johannes zegt: ‘En wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid’ (Joh. 1:14), en u kunt zo leven dat u het middel bent dat anderen genade brengt. U kunt de waarheid zo uitleggen dat mensen die nog niet op Jezus hebben gezien iets van Jezus in u zien weerspiegeld. Sommige christenen zijn slechte reflectors. Maar als we zijn wat we behoren te zijn, lijken we op die uitvinding die je soms op ondergrondse metrostations ziet: ze proberen wat daglicht naar beneden te krijgen met behulp van reflectors. Velen van de arme Londenaren leven letterlijk en geestelijk ondergronds. Ze krijgen maar heel weinig licht. Probeer dus een reflector te zijn en licht op hen te werpen.

Reflectors helpen niet veel als ze vies zijn. Tenzij ze schoongemaakt worden, kunnen ze weinig uitrichten. Ik ken christenen die een stevige douche nodig hebben om schoon te worden. Er zijn belijders die niet veel vertrouwen in hun eigen belijdenis uitstralen. Ik vind het vervelend om te zeggen. En meestal beschuldigen ze de predikant als dat het geval is. Soms zou ik willen dat een aantal van u zorgvuldiger was in uw gedrag, want de schande van uw inconsequente leven komt vaak op mij terecht. Als ik er goed aan deed dat te verdragen, zou ik er niet om geven, maar dat is het niet. U brengt de naam in diskrediet van iemand die op de best mogelijke manier voor de Heere wil leven.

Hij heeft genoeg aan zijn eigen fouten, zonder die van andere mensen die onterecht op zijn stoep gelegd worden. ‘Zo’, zegt een muggenzifter, ‘dat zijn dus die mensen van Spurgeon.’ Natuurlijk zeggen ze dat. En ik word te schande gemaakt omdat u iets fout doet, ook al ben ik er in de verste verte niet verantwoordelijk voor. Als de schapen verdwalen omdat de herder zijn best niet heeft gedaan om het te voorkomen, beschuldig hem dan. Maar als hij alles heeft gedaan wat hij kon en de schapen gaan toch dwalen, zodat de hond achter hen aan moet, zeg dan niet dat de herder de hond bij zich moet houden. O geliefden, probeer de heerlijkheid van God te weerspiegelen, zodat de mensen zullen vragen: ‘Wat doet het gezicht van die man zo glimmen?’ Het antwoord zal zijn: ‘Hij kijkt zo intens naar het gezicht van de zeer Geliefde dat hij het licht reflecteert dat ervan af schijnt.’

Ten slotte, want de tijd is voorbij, leren we dat deze heerlijkheid van Christus ons spoedig vollediger zal worden getoond. In de hemel wordt het verheerlijkte gezicht van Jezus altijd gezien. Zijn engelen dienen Hem en zien altijd Zijn gezicht. Hun ogen worden sterk gemaakt, zodat ze ernaar kunnen staren zonder dat het hen schaadt. ‘O, langverwachte dag, begin!’ Dan zullen ook wij worden opgenomen om dat wonderlijke aangezicht te zien. Voelt u zich vanwege uw verlangens niet vaak als een vogel die wil vliegen, maar die aan een ketting ligt? Dan zingt u:

‘Mijn hart is bij Hem op Zijn troon,
en kan het uitstel nauwelijks verdragen.
Elk moment verwacht ik de stem:
‘Sta op en kom!’

Wie Christus in heerlijkheid aanschouwt, zelfs al behoort hij tot het uitschot van de heiligen, moet worden benijd boven elke aardse koning of prins. Iemand zei tot een oude heilige: ‘U kunt niet God zien en leven.’ ‘Laat me dan God zien en sterven’, zei hij. Ik zou wel duizend keer willen sterven als ik Christus maar mocht zien. Een uur met Christus in heerlijkheid zal zeker opwegen tegen een vermoeiend leven van dienstbaarheid, lijden, armoede of vervolging.

Ik heb vaak geprobeerd om me voor te stellen hoe de eerste vijf minuten met Jezus Christus in de hemel zullen zijn. Maar tevergeefs, ik kan me de nieuwheid van die wonderlijke tijd niet voorstellen, als de ziel in opperste verwondering uit zal roepen: ‘De helft was mij niet aangezegd.’ De koningin van Scheba was verbaasd toen ze de heerlijkheid van koning Salomo zag. Maar in vergelijking tot onze Heere Jezus Christus was hij niets. O! Wat zal het zijn om Hem te zien?

Ik besluit met deze gedachte: het verheerlijkte gezicht van Jezus zal ook hier op aarde worden geopenbaard. Binnenkort zal Hij komen, volgens Zijn belofte. Ik weet niet of Hij morgen komt, maar ik weet ook niet of Hij dan niet komt. Zijn terugkeer kan nog duizend jaar op zich laten wachten, of misschien wel vijftigduizend jaar, of misschien komt Hij nog voordat die klok weer slaat. Maar als Hij komt, zal Hij Zijn eigen woord vervullen: ‘Ja, Ik kom spoedig’ (Openb. 22:20). Eén ding is zeker: Hij zal terugkomen. Hij zal in eigen persoon terugkomen, net zoals Hij naar de hemel ging. Hij zal tronen op de wolken in de lucht voor het laatste gericht. En, mijn hoorders, u zult daar allemaal bij zijn, ieder van u. Even zeker als u hier bent, zult u daar zijn. Als de aarde beeft en de lucht bewogen wordt, zult u er zijn. Als de sterren als herfstbladeren van de hemel vallen en als hemel en aarde voor Zijn aangezicht zullen wegvluchten, zult u er zijn. Of u Hem liefhebt of niet, u zult er zijn, want ‘elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben’ (Openb. 1:7).

Bent u klaar voor Zijn verschijning? Zeg niet: ‘Het zal nog wel lang duren voor het zover is.’ Het hoeft niet lang te duren. Het kan vannacht zijn. En als het nog lang duurt, zal Hij toch even zeker komen. Waar zult u dan zijn? Als u leeft en sterft zonder de Zaligmaker, hoe wilt u Hem dan ontmoeten? Zijn ogen zijn als een vuurvlam en zullen u vinden. Ze zullen diep in uw ziel branden. O, zoek Zijn aangezicht nog dit uur! Het straalt nog steeds als de zon. Als u buiten loopt en de zon schijnt, vraagt u niet: ‘Waar is de zon?’ Natuurlijk niet, u ontkomt er niet aan de zon te zien. ‘O, maar hoe kan ik naar de zon kijken?’ Lieve man, niemand hoeft zoiets te vragen. Doe uw ogen open en kijk. Zo eenvoudig is het. Kijk zo naar Jezus. Dat is geloof. Het is het eenvoudigste, gemakkelijkste dat mensen ooit moesten doen. Juist daarom is het zo moeilijk voor veel mensen. Dat lijkt weer een tegenstelling.

Als het echt moeilijk was, zouden mensen het doen. Maar omdat het zo makkelijk is, zeggen ze dat ze het niet kunnen. ‘Als die profeet u iets moeilijks opgedragen had, zou u dat niet gedaan hebben?’ zeiden de knechten tegen hun heer Naaman, ‘Hoeveel te meer, nu hij tegen u gezegd heeft: Was u en u zult rein zijn?’ (2 Kon. 5:13). Daarom, als de boodschap is: ‘Kijk en leef’, wilt u, trotse heren, graag een veel uitgewerkter systeem van redding hebben. U houdt er niet van om eenvoudigweg naar Christus te kijken om gered te worden. Maar als er ergens een arme ziel is die gewillig is om een hele Christus voor niets te ontvangen, kan hij Hem krijgen en heeft hij Hem nu. Aanvaard Hem. God zegene u omwille van Christus!

Amen.

Download PDF
XFacebookWhatsApp
Vorige Artikel

Een voorbeeld voor evangelisatie

Volgende Artikel

Simeons zwanenzang

Archief

Meer resultaten...

Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud
Kies onderwerp of categorie

Afgelopen 30 dagen

  • Populair
  • Nieuw
Sword and Trowel - CharlesSpurgeon.nl

Wat is er met Petrus Gebeurd?

24 mei
All Rights Reserved © Het Spurgeon Archief

De Vrouw die om Gebed Vroeg

17 mei
EXETER HALL

Heb ik te weinig berouw?

22 september

Rust in de Heere

16 mei

De Jonge Predikant van de Fens

22 mei
All Rights Reserved © Het Spurgeon Archief

Een Gemene Man

11 juni

Pinksteren

8 juni

Gebed en Eenvoud

6 juni

De Zeer Gewenste Man

5 juni

De Leeuwenkuil

4 juni
FacebookXInstagram
  • Privacybeleid en voorwaarden

© Het Spurgeon Archief

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Wachtwoord vergeten? Registreren

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Alle velden zijn verplicht. Log In

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.

Log In

Meer resultaten...

Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud
Kies onderwerp of categorie
  • Home
  • Bijbels Dagboek
    • Alle Dagboeken
    • Voor Iedere Morgen
    • Voor Iedere Avond
    • Voor Iedere Dag
    • Bank Des Geloofs
    • Aan De Voeten Van De Meester
    • De Schatkamer Van David
    • Overdenkingen Met Spurgeon
    • Nabij De Zon
    • Dagelijkse Hulp
    • Met Spurgeon Het Jaar Door
  • Biografieën
    • Hoorspel
    • Wie is Spurgeon?
    • Tijdlijn van Spurgeon
    • Beknopte biografische schets van CH Spurgeon
    • Uitvoerige biografische schets van CH Spurgeon
    • Een Levensschets (1892)
    • Biografie van Charles Spurgeon
    • Biografische schets van Susannah Spurgeon
    • Docudrama
  • Preken
    • Preken
    • Voor de Predikant
  • Categorieën
    • Blog
    • Brieven
    • De Bekering
    • Diversen
    • Doop
    • Gebeden
    • Het Kruis
    • Korte Overdenkingen
    • Voor kinderen
    • Woorden Van Troost
    • Woorden Van Waarschuwing
    • Woorden Van Wijsheid
  • Anekdotes
  • Onderwerpen
  • Contact
  • Log in
  • Registreren

© Het Spurgeon Archief