De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben? Psalm 27:1
In Menton waren twee hotels waar Spurgeon vaak naar toe ging als hij op vakantie was. Zoals je weet was Spurgeon vaak ziek, en deze keer was hij behoorlijk ziek. Hij was met enkele vrienden in één van de hotels, maar de vrienden maakten zich zorgen om hem en wilden bij hem blijven om er zeker van te zijn dat alles goed met hem ging. Maar Spurgeon stond erop dat ze naar buiten zouden gaan om te wandelen en hem in bed lieten liggen. Hij was echt te ziek om naar buiten te gaan. Dus gingen de vrienden weg en lieten de deur van zijn slaapkamer open. Niet veel later vloog de deur met een luide knal open. Er kwam een wildvreemde man binnen! Spurgeon zag meteen dat er iets mis was met de man, en dat hij gevaarlijk kon zijn. Helaas was hij geestelijk niet in orde. En op de een of andere manier was hij ontsnapt aan de mensen die voor hem moesten zorgen. Hij moest Spurgeon gekend hebben en ontdekt hebben waar hij verbleef.
“Ik wil dat je mijn ziel redt!” riep de man. Maar wat kon Spurgeon doen? Hij was zwak en ziek en lag in bed. Hij kon niet eens om hulp roepen. Hij moest snel handelen. Hij zei tegen de man dat hij naast het bed moest knielen zodat hij voor hem kon bidden. Wat hij precies bad weet ik niet.Toen zei Spurgeon tegen de man dat hij weg moest gaan en over een half uur terug moest komen. Gelukkig vond de vreemdeling dit een goed advies, en dus vertrok hij. Zodra hij weg was riep Spurgeon een dokter en wat andere mensen en vertelde hen wat er was gebeurd. Ze gingen naar buiten en probeerden de man te vinden, maar helaas, voordat ze hem gevonden hadden had hij al iemand op straat neergestoken. Een paar dagen later kwam hij zelf op tragische wijze aan zijn einde!
Wat een beangstigende situatie moet dat voor Spurgeon zijn geweest. Maar hij wist dat God alles onder controle had en op de een of andere manier voor hem zou zorgen. Hij wist dat God van hem hield en dat alles goed zou komen. Als Spurgeon in de jaren daarna langs het hotel liep, keek hij vaak naar het raam van de kamer waar hij destijds had gelegen en dankte God dat Hij hem veilig had bewaard. Hij voelde zich dan net als de psalmist in Psalm 27:1: ‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen?’ Als we op de Heere vertrouwen, hoeven we voor niets of niemand bang te zijn.
Vertaald uit: Keep inching along and 51 other great stories.