En zij hoorden een luide stem uit de hemel tegen hen zeggen: Kom hier omhoog. (Openbaring 11:12)
Lees verder Johannes 13:36—14:3.
Kom hier omhoog.” De Vader lijkt dit tegen elk aangenomen kind te zeggen. Wij zeggen: “Onze Vader die in de hemelen zijt.” Het Vaderhart wil Zijn kinderen dichtbij Zich en Zijn liefde roept ons elke dag teder, “Kom hier omhoog.” Jouw Vader en mijn Vader zal nooit tevreden zijn totdat al Zijn kinderen boven zijn in de vele woningen. En Jezus fluistert dat ook in jou oor. Luister! Hoor je het Hem niet zeggen? “Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld” (Johannes 17:24). Jezus roept je naar de hemel, gelovige. Hecht je niet te vast aan de dingen van de aarde. Hij die alleen maar een kamer huurt in een herberg moet niet leven alsof hij thuis is. Zorg dat je tent snel afgebroken kan worden. Wees altijd bereid het anker te lichten, de zee over te steken en een betere haven te vinden. Want zolang Jezus roept hebben we hier geen blijvende stad. Een echte vrouw heeft geen rust dan in het huis van haar echtgenoot. Haar thuis is waar haar echtgenoot is, een thuis wat haar ziel elke dag aantrekt. Jezus, zeg ik, nodigt ons in de hemel. Hij kan niet helemaal tevreden zijn totdat Hij Zijn lichaam, de gemeente, in de heerlijkheid van haar Hoofd heeft gebracht. Hij is niet tevreden totdat Hij Zijn uitverkoren bruid naar het bruiloftsfeest van haar Heer heeft geleidt. Naast de wensen van de Vader en de Zoon lijkt het dat iedereen die ons al is voor gegaan over de kantelen van de hemel leunen en roepen: “Wees moedig, broeders! De eeuwige heerlijkheid wacht op je. Vecht door, weersta de stroom, blijf staan in de golven en kom hier omhoog! Zonder jou kunnen we niet volmaakt gemaakt worden: er is geen volmaakte gemeente in de hemel totdat alle uitverkoren heiligen daar zijn, kom daarom hier omhoog!
Ter overdenking
God roept ons eerst hier op aarde tot Hem (Mattheüs 11:28) en daarna roept Hij ons naar de hemel. Ook anderen roepen ons (Openbaring 22:17). Als wij op aarde tot Christus gekomen zijn, moeten we Hem roepen om uit de hemel te komen (Openbaring 22:20) en ons tot Zich te nemen, als Zijn volk, voor Hemzelf (Johannes 14:3).
Preek 488, 23 november 1862