De HEERE maakt de gevangenen los. (Psalm 146:7)
Lees verder Psalm 107:10—16.
Toen ik afgelopen dinsdag in Dover preekte, leende de burgemeester van de stad heel hoffelijk het oude stadhuis voor de dienst. Terwijl ik er omheen liep om een zijingang te bereiken, zag ik een groot aantal ramen met tralies op een verdieping onder de grote zaal. Dit waren de ramen van gevangeniscellen waar mensen waren opgesloten voor overtredingen binnen het rechtsgebied van de stad. Ik zag het opeens als een unieke combinatie, dat we het Evangelie van vrijheid zouden preken in de grote zaal terwijl er onder ons gevangenen van de wet zaten. Misschien zouden de gevangenen, net zoals de gevangenen die bij Paulus en Silas waren opgesloten, ons horen, als we Gods lof bezongen. Maar het vrije woord boven gaf hen geen vrijheid, ook maakte de stem van het lied de banden niet los. Helaas! Wat een beeld is dit van veel van onze gemeenten. We preken vrijheid aan de gevangenen. We verkondigen het jaar van het welbehagen van de Heere. Maar hoeveel mensen blijven er niet jaar na jaar in de slavernij van Satan? Slaven van de zonde? We zenden onze klanken van lof terecht vreugdevol tot onze Vader die in de hemel is. Onze lof kan hen geen vreugde brengen, want helaas, hun hart is niet gewend aan dankbaarheid. Sommigen zijn verdrietig over onvergeven zonden, anderen betreuren hun bedorven hoop omdat ze rust zoeken waar het niet te vinden is! Laten we vanmorgen een gebed ademen, “Heere, breek de boeien en bevrijd de gevangenen. Verheerlijk Uzelf vanmorgen door te bewijzen dat U Jehovah bent die de gevangenen losmaakt.”
Ter overdenking
Old Town Gaol in Dover is nu een gevangenismuseum. Spurgeon’s zinnebeeldige rondleiding langs verschillende gevangenissen brengt ons door de algemene gevangenis (zonde), de eenzame cel (berouw), de stille cel (gebedsloosheid), de cel van onwetendheid (ongeloof), de kogel en de ketting (gewoonte), de harde arbeidskamer (eigengerechtigheid), de diepe kerker (neerslachtigheid), de binnenste gevangenis (wanhoop), de martelkamer (satanische verleiding) en de cel voor veroordeelden (zelfveroordeling). Zit jij in een een geestelijke gevangenis? Christus werd gezonden om gevangenen te bevrijden (Jesaja 42:7; 61:1; Lukas 4:18; Johannes 8:36), maar er kan niets gedaan worden voor hen die er voor kiezen in de gevangenis te blijven.
Preek 484, 14 december 1862