Het zal gebeuren, zoals u, huis van Juda en huis van Israël, een vloek onder de heidenvolken geweest bent, zo zal Ik u verlossen en zult u een zegen worden. Wees niet bevreesd, grijp moed. (Zacharia 8:13)
Lees verder Romeinen 11:13—24.
De Joden in de Middeleeuwen werden geminacht en wreed behandeld er was geen medelijden of aandacht voor hen. Hoe zijn de zonen van Jacob niet afgeperst, gestraft, gevangen gezet en gemarteld door mensen die zeggen dat ze de Messias volgen? Het is waarschijnlijk de grootste van alle wonderen vandaag dat er een Jood op deze aarde is die Christen is, want hoe ze behandeld zijn door zogenaamde christenen is genoeg om ze de naam van Jezus te laten haten. Het was niet alleen gemeen, maar duivels. De duivels in de hel kunnen niet wreder zijn tegen hun slachtoffers dan de mensen die zeggen dat ze christen zijn en wreed zijn tegen de zonen van Abraham. Ze zijn inderdaad een vloek geweest. Onder alle volken zijn ze uitgefloten en is hun naam als scheldwoord gebruikt. Maar de dag komt en daagt al dat de hele wereld de waardigheid van het uitverkoren zaad gaat zien en hun vriendschap zal zoeken want de Heere heeft hen gezegend. Op de dag dat Israel op Hem zal zien die zij doorstoken hebben en over hun zonde zullen treuren, zullen de Joden hun ware plaats onder de volken innemen als een oudere broer en een prins. Het verbond met Abraham dat alle volken door zijn zaad gezegend zal worden kan niet worden verbroken. De hemel en de aarde zullen vergaan maar het uitverkoren volk zal niet uit het boek van de herinnering gewist worden. De Heere heeft Zijn volk niet verstoten. Hij heeft haar moeder de scheidbrief niet gegeven. Hij heeft ze nooit weggedaan. In een kleine toorn heeft Hij Zijn gezicht voor hen verborgen maar met grote genade zal Hij ze bijeenbrengen.
Ter overdenking
We moeten God danken voor de Joden, door hen gaf Hij ons Zijn Woord (Romeinen 3:2; 9:4), en Zijn Zoon (Romeinen 9:5). Hij heeft door hen nog steeds zegeningen voor de wereld (Romeinen 11:12). Als je ze beschuldigd van Christus’ dood, bedenk dan dat Hij voor zondaren stierf en dat jij als zondaar dan ook verantwoordelijk bent.
Preek 543, 6 december 1863