Maar Hij antwoordde en zei: Elke plant die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgetrokken worden. (Mattheüs 15:13) Lees verder Johannes 6:52—71.
We hebben vaak een aantal goede en toegewijde maar erg zwakke luisteraars. Ze zijn altijd bang dat we andere luisteraars beledigen. Daarom denken ze vaak — als de waarheid op een duidelijke en scherpe manier uitgesproken wordt en het lijkt dat het dichtbij het geweten komt — dat iets niet gezegd moest worden omdat iemand er aanstoot aan nam. Echt waar, mijn broeders, we wachten niet lang om dit te beantwoorden. Als we nooit zouden beledigen zou dat een bewijs zijn dat we het Evangelie niet zouden preken. Zij die mensen willen behagen zullen het iets heel anders vinden om God te behagen. Denk je dat de mensen houden van degenen die hen trouw bestraffen? Als je het hart van een zondaar laat kreunen en zijn geweten wakker maakt, denk je dat hij je zou betalen in de rechtbank en er voor bedanken? Niet echt. Toch moet dit een doel zijn van onze bediening. Niet om te beledigen maar om de mensen te beproeven zodat ze door zichzelf beledigt worden, zodat hun hart blootgesteld wordt aan zelfonderzoek. Hun belediging zal onthullen wie ze zijn. Een dienaar die nooit ontworteld zal nooit water geven. Een dienaar die nooit afbreekt zal nooit opbouwen. Hij die niet weet hoe je de planten die God niet geplant heeft uittrekt, weet nauwelijks hoe hij in Gods wijngaard moet werken. Onze bediening moet zowel een dodende als een genezende zijn — een bediening die valse hoop doodt, elk verkeerd vertrouwen bederft en elke dwaze hoop uittrekt terwijl het tegelijkertijd het zwakste beginsel van echte hoop sterkt en de zwakste van de oprechte volgers van Christus bemoedigd en probeert te troosten.
Ter overdenking
De afgelopen dagen waren de overdenkingen geconcentreerd rond de ernstige zaken van het eeuwige leven en de dood. Hebben die je beledigd? Terwijl de Christen onnodig beledigen moeten vermijden (Mattheüs 17:27; 1 Korinthe 10:32), beledigde de Heere Jezus Christus anderen als dat nodig was (Mattheüs 13:57; 15:10; Johannes 6:61). Christenen hoeven zich niet te schamen als anderen zich stoten aan Christus (1 Petrus 2:8) en Zijn kruis (Galaten 5:11).
Preek 423, 8 december 1861