Om hetwelk ik verdrukkingen lijd tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar het woord van God is niet gebonden.” 2 Tim. 2:9
De opstanding van Christus was voor Paulus het plechtanker.
Verwijl bij (2 Tim. 2:9), waar hij er melding van maakt als van het wezen van het evangelie.
Hij zelf lijdt en is in banden, maar hij is niet zonder vertroosting.
Zijn grote vreugde is, dat het Woord van God niet is gebonden.
I. In welke zin dit waar is.
Het Woord van God is niet gebonden:
1. Zodat het niet bekend gemaakt kan worden. De leraren, die het prediken, kunnen gekerkerd worden, maar niet het Woord. Het Boek, waarin het vervat is, kan verbrand worden, maar de waarheid blijft. De leer kan, wat het openbaar getuigenis er van betreft, bijna verdelgd zijn op de aarde, maar toch zal zij weer herleven.
2. Zodat het het hart niet zou kunnen bereiken. Het zal in zijn goddelijke bestemming niet verhinderd kunnen worden: Door de verharding van de zondaar, want de genade is almachtig. Door de afwezigheid van de middelen. De Heilige Geest kan ook zonder het horen of het lezen van het Woord het geweten bereiken. Door de bespotting, waaraan het heden blootstaat. Zelfs de spotter en de twijfelaar kunnen nog overtuigd worden.
3. Zodat het de ziel niet zou kunnen vertroosten. Waar geloof geschonken is, zal geen overtuiging van zonde de vertroosting in de weg staan. Natuurlijke neerslachtigheid zal wijken voor het licht van het Woord: Bepaalde wanhoop zal worden overwonnen, evenals Simson de touwen verbrak, waarmee hij was gebonden.
4. Zodat het niet vervuld kan worden. Gods voorzienigheid zal de belofte aan de afzonderlijke persoon vervullen. Gods voorzienigheid zal de bedreiging vervullen aan de rebellerenden.
Gods voorzienigheid zal de profetiën vervullen met betrekking tot het duizendjarig rijk.
5. Zodat het niet de overhand zou kunnen hebben over dwaling. Ongeloof, bijgeloof, dweepzucht, enz. zullen het evangelie niet binden, zodat zij hun schadelijke macht over de mensen kunnen blijven uitoefenen. Het evangelie moet en zal Gods raadsbesluit volvoeren.
II. Waarom dit waar is.
Het Woord van God kan niet gebonden worden, omdat het
1. De stem is van de Almachtige.
2. Vergezeld gaat van de krachtige werking van de Heilige Geest.
3. Voor de mensen zo nodig is. Gelijk de mensen brood moeten hebben en het hun niet onthouden kan worden, zo moeten zij ook de waarheid hebben. Er is naar het evangelie zo veel navraag, dat er vrijhandel voor nodig is.
4. Op zich zelf vrij en ongebonden is, het is het wezen zelf van de vrijheid.
5. Zo’n geestdrift wekt in het hart, waarin het woont, dat de mensen het wel bekend moeten maken: het moet vrij zijn.
II. Voor welke andere zaken dit waar is.
Gelijk de banden van Paulus geen banden waren voor het Woord van God, zo is
De dood van de leraren de dood niet van het evangelie. De zwakheid van de arbeiders niet zijn zwakheid. De gebondenheid van de predikers geest niet zijn gebondenheid. De koudheid van de mensen niet zijn koudheid. En zo zal de valsheid van de geveinsden het niet vervalsen. De geestelijke ondergang van de zondaren geen nederlaag zijn voor het evangelie. De verwerping ervan door de ongelovigen het niet vernietigen.
Verblijdt u, dat het Woord van God een vrije loop heeft. Wek uzelf op om er in te arbeiden. Geloof in zijn vrije macht en weest zelf terstond vrij.
Voorbeelden.
“Maar het Woord van God is niet gebonden.” Het heeft zijn loop en wordt verheerlijkt, (2 Tessalonicensen 3: 1), daar het vrij is en niet gebonden. “Ik predik, zegt Paulus, ofschoon ik een gevangene ben,” en dat hebben Bradford en de andere martelaren ook gedaan. “Binnen weinige dagen nadat koningin Maria (de Bloeddorstige) de troon had bestegen,” zegt Fox, “zijn bijna alle gevangenissen in Engeland recht Christelijke scholen en kerken geworden, zodat er geen groter troost was voor het hart van de Christenen, dan om naar de gevangenis te gaan en hun heiligen wandel te aanschouwen en hun gebed en hun prediking te horen. De beschuldiging, die de graaf van Derby in het parlement tegen de heer Bradford uitsprak, was, dat hij door zijn brieven en gesprekken in de gevangenis meer kwaad deed (aldus goed kwaad noemende) dan hij ooit toen hij nog vrij was door zijn prediking gedaan heeft.
JOHNN TRAPP.
Op een portret van Tyndale, dat nog bestaat, ziet men behalve de gestalte van de Heldhaftige man een devies: een brandend boek is aan een staak vastgebonden, terwijl een groot aantal gelijksoortige boeken uit het vuur vliegen. De betekenis is een historisch feit.. Tonstal, de bisschop van Londen, had een partij van Tyndal’s testamenten opgekocht om ze te verbranden. Het geld, dat er voor betaald werd, stelde Tyndal in staat om er een nieuwe en betere editie van te bezorgen.
Tegen het einde van de vorige eeuw, voor de dagen van de grote Bijbelgenootschappen, was er eens een jammerlijk gebrek aan Bijbels in Amerika, deels veroorzaakt door de verspreiding van de Franse ongelovige denkbeelden, deels ook door de algemene slapheid en onverschilligheid voor godsdienstige zaken, die op de omwentelingsoorlog gevolgd zijn. In die tijd nu ging een man eens naar een boekwinkel in Philadelphia en vroeg om een Bijbel. “Ik heb er geen” zei de boekverkoper, “er is in de gehele stad geen enkel exemplaar voorhanden en ik kan u nog verder de verzekering geven,” voegde hij er bij, (want hij was de Franse denkbeelden toegedaan), dat er binnen vijftig jaren geen exemplaar op de gehele aarde meer zal gevonden worden.” Het ruwe antwoord van de man was: “Er zullen nog menigten van Bijbels in de wereld zijn, duizend jaar nadat gij gestorven en naar de hel zijt gegaan.”
THE CHRISTIAN AGE.
Op het monument, dat voor de beide Wesley’s in de Westminater-abdij is opgericht, staat deze volzin: “God begraaft zijn arbeiders, maar zijn arbeid zet Hij voort.”