En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus zelf in het midden van hen en zei tot hen: Vrede zij u lieden. Luk. 24:36
Uit hetgeen iemand geweest is, kan gevoegelijk afgeleid worden wat hij is.
Dit is bij uitnemendheid waar voor de Here Jezus, omdat Hij onveranderlijk is. Wat Hij voor zijn discipelen geweest is in de dagen van zijn vlees, dat zal Hij ook in dit uur voor zijn volgelingen zijn.
Wij bemerken, dat Hij zich graag openbaart aan zijn heiligen, als zij op de Sabbat bijeenkomen, want dat deed Hij, toen Hij op aarde was.
Laat ons nadenken over het bezoek, dat in onze tekst wordt beschreven.
Ongenodigd, onverwacht, onverdiend, maar hoogst welkom was dat bezoek.
Jezus stond in het midden, om dicht bij allen te zijn, en de plaats in te nemen, die een leider onder zijn volgelingen toekomt.
I. Wanneer Hij verscheen.
1. Toen zij onwaardig hadden gehandeld door van Hem weg te vluchten, nadat Hij verraden was en Hem te verlaten bij zijn verhoor.
2. Toen zij onvoorbereid waren en ongelovig, twijfelend aan zijn duidelijk uitgesproken belofte en het getuigenis van zijn boden weigerend te ontvangen.
3. Toen zij zijn tegenwoordigheid grotelijks behoefden, want zij waren als schapen zonder herder.
4. Toen zij het weinige leven, dat zij hadden, oefenden door in liefdevolle vereniging samen te vergaderen. In zoverre deden zij wel, en konden zij een zegen verwachten op hun handeling.
5. Toen zij zijn afwezigheid betreurden, en hiermee hun verlangen naar Hem bewezen. Dit is een kostelijk middel om zijn tegenwoordigheid te verkrijgen.
6. Toen sommigen uit hun midden van Hem getuigden. Bevinden wij ons niet in een zelfde toestand? Kunnen wij ons niet in gelijke omstandigheden bevinden? Kunnen wij niet hopend verwachten, dat de Heere zich aan ons zal openbaren?
II. Wat Hij zei. “Vrede zij u lieden.”
1. Het was een zegenspraak: Hij wenste hun vrede.
2. Het was het constateren van een feit: zij hadden vrede met God.
3. Het was een kwijtschelding: Hij delgde uit al hun overtredingen, waardoor hun vrede verstoord zou kunnen worden.
Door zijn Heilige Geest kan de Heere onze ontroerde geest tot kalmte brengen, onze zorgen wegnemen, ons verlossen van alle geestelijke strijd en aan een ieder van onze onmiddellijk en volkomen vrede schenken.
III. Wat het gevolg was van zijn verschijning.
1. Hij bande hun twijfelingen. Zelfs Thomas moest zijn hardnekkig ongeloof van zich afschudden.
2. Hij openbaarde en verzegelde zijn liefde op hun hart door hun zijn handen en voeten te tonen.
3. Hij wekte hun herinneringsvermogen op. “Dit zijn de woorden, die ik tot u sprak,” (Luk. 24:44).
4. Hij opende hun verstand. (Luk. 24:45).
5. Hij toonde hun hun positie: “Gij zijt getuigen van deze dingen,” (Luk. 24:48).
6. Hij vervulde hen met blijdschap. (Joh. 20:20). Is de Heere gedurende deze dienst in ons midden gekomen? Heeft Hij onze ziel met een bijzondere vrede vervuld?
Zo ja, laat ons een tijdje blijven toeven en nog verder van zijn tegenwoordigheid genieten en zijn, zich tot ons neerbuigende, liefde roemen.
Indien wij niet voelen, dat wij aldus begunstigd zijn, zo laat ons nablijven, om zijn aangezicht te blijven zoeken.
Er zal gedurende het volgende half uur een bijeenkomst tot gebed worden gehouden. O Here Jezus! Blijf met ons!