Vader! vergeef het hun, want zij weten niet, wat zij doen. Luk. 23:34
Laat ons naar Golgotha gaan, om te leren hoe wij vergiffenis kunnen verkrijgen; En laten wij er dan blijven verwijlen, om zelf te leren vergeven. Daar zullen wij zien wat de zonde is, als zij de Heere van de liefde vermoordt; En ook hoe de almachtige genade tegen ons heeft overmocht. Terwijl wij onze Heere aanschouwen aan het kruis en de eerste woorden horen, die daar van zijn lippen vloeiden, laat ons Hem gadeslaan, van Hem leren en Hem liefhebben.
I. Wij zien de liefde van Jezus verdragende:
Tot aan de laatste daad van de menselijke boosheid.
Tot aan het uiterste van smaad en schande. (Fil. 2:8) (Hebr. 12:2).
Tot aan de uiterste grens van persoonlijk lijden. (Ps. 22:2-19).
Wij zien niet slechts een geduld, dat verdraagt zonder te klagen, maar liefde, welke arbeidt om weldaden te hopen op haar vijanden.
II. Wij zien deze liefde zich openbaren.
De liefde kan geen beter instrument gebruiken dan het gebed.
In doodsbenauwdheid blijft de liefde nog bidden.
De liefde brengt aldus de hemel ter hulp van hen, die haar ter harte gaan.
Aldus zal de liefde haar voorwerp in de hoogste mate zegenen.
Tot aan dit tegenwoordige uur blijft de Here Jezus zijn verkoren volk zegenen door voortdurend voor hen te bidden. (Rom. 8:34). Dit is zijn dagelijks gebed voor ons.
III. Wij zien waar deze liefde om bidt.
Vergeving is de eerste, de voornaamste, de grond-zegening.
Vergeving van de Vader kan zelfs zo ver gaan om vergiffenis te schenken aan de moordenaars van zijn Zoon.
Vergeving is de grote smeekbede van de offerande van onze Heere.
De liefde erkent, dat genade nodig is en zij siddert bij de gedachte aan hetgeen ervan de schuldige worden zal, indien die vergeving niet wordt geschonken.
IV. Wij zien hoe de liefdevolle Jezus bidt.
Voor zijn moedwillige moordenaars op het eigen ogenblik, dat zij de gruweldaad bedrijven.
Hij bidt, dat zij geheel en al en terstond, vergeving mogen verkrijgen.
Om geen andere reden dan hun onwetendheid; en deze pleitgrond kan alleen, door genade worden geopperd en aangenomen.
Is er iemand zo schuldig, dat Jezus zou weigeren voor hem te Bidden?
V. Wij zien, dat zijn gebed beide waarschuwt en wint.
Het waarschuwt, want het duidt op een grens aan de mogelijkheid van vergeven.
De mensen kunnen zo zondigen, dat er geen pleiten van onwetendheid mogelijk is, ja dat er hoegenaamd geen pleiten meer bestaan kan.
Het wint, want het bewijst, dat zo er een pleitgrond is, Jezus hem zal ontdekken.
Kom en vertrouw uw zaak in zijn handen; Hij zal zijn argumenten van de liefde weten te vinden en haar tot een goed en gewenst einde brengen.
VI. Wij zien hoe hij ons nog onderwijst aan het kruis.
Hij leert ons de daden van onze medemensen in het beste licht te stellen en, ook als zij ons grievend leed veroorzaken, toch nog naar verzachtende omstandigheden voor hen uit te zien. Hij leert ons het grootst mogelijk onrecht vergeven. (Marc. 11:25) Hij leert ons om nog met onze laatste ademtocht voor anderen te bidden. (Hand. 7:59,60).
Dat heerlijke beroep op het goddelijk Vaderschap, dat de Here Jezus eens gedaan heeft, is nog altijd overwinnend voor ons.
Laten de voornaamsten van de zondaren tot God komen, terwijl de muziek van het “Vader! Vergeef het hun” hun nog in de oren klinkt.