En het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder: het geslacht van het huis van David bijzonder en hunlieder vrouwen bijzonder; en het geslacht van het huis van Nathan bijzonder, en hun vrouwen bijzonder”; het geslacht van het huis van Levi bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder en hun vrouwen bijzonder. Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder en hunlieder vrouwen bijzonder. Zach. 12:12-14
Ware bekering gaat altijd gepaard met rouwklagen. Het mag geen smart zijn in en op zichzelf, maar een bekering, waarbij geen smart wordt gekend over de zonde, zou niets dan een voorgewende bekering zijn. Het is een verandering van zin en die verandering brengt smart mee over het verledene.
Het is nodig een vraagteken te plaatsen bij een bekering, die geen traan in het oog, geen rouw in het hart heeft.
Zelfs waar Christus duidelijk wordt gezien, en de vergeving van zonde wordt gekend en genoten, zal het treuren om de zonde niet ophouden; of liever, het zal er des te dieper en zuiverder door worden.
Dit rouwbedrijven heeft de bijzondere eigenschap dat het persoonlijk is, de daad van ieder afzonderlijk persoon, afgescheiden van zijn medegenoten. Het wachtwoord ervan is: “Bijzonder.”
I. De smart over de zonde wordt door een ieder afzonderlijk gevoeld. Merk op hoe dikwijls het woord “bijzonder” in deze tekst voorkomt.
1. Dat wordt gezien, zelfs waar de rouw algemeen is. “Het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder.” De meest algemene verspreiding van de genade zal de kracht voor ieder afzonderlijk persoon niet verminderen.
2. Het zal gezien worden in de afscheiding van het ene geslacht van het andere, wanneer de rouw algemeen is en de meeste geslachten tot bekering komen: Hoe veel te meer nog, wanneer slechts enkele gezinnen God aanbidden!
3. Het wordt gezien in het onderscheid tussen geslacht en geslacht, zelfs waar allen de Heere vrezen: Elk geslacht heeft zijn eigenaardige zonde en dit bijzondere van de zonde moet door ieder afzonderlijk worden beleden.
Het koninklijk geslacht: of de rijken, de invloedrijken: “Het geslacht van het huis van David bijzonder.”
Het geslacht van de profeet: het gezin in de pastorie: “Het geslacht van het huis van Nathan bijzonder.”
Het geslacht van de priester: het gezin van de ambtsdrager in de gemeente, of van de onderwijzer, enz.: “Het geslacht van het huis van Levi bijzonder.”
Het geslacht van gewone lieden: het gezin van de handelaar, de werkman, enz.: “Het geslacht van Simei bijzonder.”
Ieder geslacht heeft zijn verzuimde plichten, zijn slechte gewoonten, zijn geschillen, zijn onbekeerde leden, enz.
4. Het wordt gezien in het afzonderlijk stellen van hen, die ons het naast verwant zijn: “hun vrouwen bijzonder.” Deze zijn een vlees; maar als zij een vlezen hart hebben bekomen, dan zal ieder afzonderlijk rouw bedrijven.
Zonden, die aan echtgenoten gemeen zijn moeten gemeenschappelijk worden beleden en betreurd; heilige blijdschap en heilige smart en veel oefening van de godsvrucht moeten te samen gedeeld worden; maar het zoeken van de Heere in de bekering moet door ieder afzonderlijk geschieden.
Het persoonlijke van de heilige droefheid heeft men gebrandmerkt als iets ziekelijks, als een te veel bezig zijn met zichzelf; maar zij, die zo spreken, zijn volslagen onbekend met geestelijke feiten en vitten slechts uit zucht om te vitten.
II. Hoe vertoont zich dat persoonlijk?
Geheel natuurlijk uit de aard van de dingen zelf; het is in elk afzonderlijk geval verschillend, maar-
l. Ieder individu ziet het meest zijn eigen zonde: hij is wat het karakter betreft alleen.
2. Ieder individu begeert alleen te zijn met betrekking tot plaats. Waar die plaats is-bij de legerstede of op het veld, of in de schuur- het doet er niet toe, het is de eenzaamheid, die wordt begeerd en die moet worden verkregen.
3. Ieder individu heeft zijn eigen tijd. De boetvaardige heeft behoefte om terstond rouw te bedrijven, of het morgen, middag of avond is. Hij kan zijn tijd niet door anderen laten regelen.
4. Ieder individu heeft zijn eigen manier. Sommigen zijn stil en in zichzelf gekeerd, anderen roepen overluid. De een weent, een ander is in letterlijke zin hier niet toe in staat, maar is er nog treuriger door. De een voelt zich alsof zijn hart gebroken is, een ander treurt over zijn hardheid van hart, enz.
5. Ieder individu heeft zijn eigen geheim. Niemand kan daar inkomen, al zou men het ook willen. Ieder treurende heeft een geheim verborgen in zijn eigen hart en aan mensen kan hij het niet openbaren.
III. Hoe verklaren wij dat persoonlijk?
1. Gedeeltelijk wordt dit verklaard door een natuurlijk en rechtmatig schaamtegevoel, dat ons belet al onze zonden aan anderen te belijden.
2. Het hart begeert tot God zelf te komen en de tegenwoordigheid van een derde zou hinderlijk zijn.
3. De mens is zich bewust, dat zijn zonde geheel en al van hem is, en daar hij ieder ander er van afscheidt, komt hij ook instinctmatig afzonderlijk tot God, geheel en alleen voor zichzelf.
4. Dat is het teken van oprechtheid. Nagemaakte vroomheid spreekt over de godsdienst als nationaal en schept er behagen in, zich in de vergadering te vertonen, of op straat. Ware godzaligheid is een zaak van het hart en daar zij “in geest en in waarheid” is, is zij ook geheel persoonlijk.
5. Dat is het kenmerk van het geestelijke leven met zijn persoonlijke gemoedsbewegingen, behoeften, worstelingen, zijn persoonlijk berouw over en belijdenis van zonde, enz: Geen twee mensen zijn uitwendig volkomen aan elkaar gelijk, inwendig zijn zij het stellig ook niet, daarom moeten zij voor de Heere een afzonderlijk bestaan tonen.
Onderzoek dikwijls uw eigen hart, doe het grondig en nauwkeurig.
Verwezenlijk voor uzelf het feit, dat gij afzonderlijk moet sterven, en in een zeker opzicht, afzonderlijk en alleen geoordeeld zult worden. Vergeet nooit uw persoonlijkheid. Gij moet Christus hebben voor uzelf; gij moet zelf wedergeboren worden, of gij gaat verloren. Ga uit en wees een zegen voor geheel de wereld, nadat gij zelf voor zodanig werk zijt toebereid. Steek uw eigen toorts aan, of gij zult anderen niet kunnen verlichten. Er is geen zelfzucht in het streven om onzelfzuchtig gemaakt te worden, en dat is iets, dat de genade alleen voor u doen kan.