De Heere is goed, Hij is ter sterkte in de dag van de benauwdheid en Hij kent hen, die op Hem vertrouwen. Nahum 1:7
Hier komen wij in Nahums stormachtig meer aan een eiland. Alles is kalm in dit vers, ofschoon geheel het context door storm is bewogen. De tekst is vol van God en vloeit over van zijn lof.
I. God zelf, “Jehova is goed.”
1. Goed; in zichzelf, essentieel en onafhankelijk.
2. Goed; eeuwig en onveranderlijk.
3. Goed in elk van de Personen van zijn Goddelijk Wezen Vader, Zoon en Heilige Geest.
4. Goed in alle de daden van zijn genade.
5. Goed in al zijn vorige daden van de Voorzienigheid.
6. Goed in zijn tegenwoordige daad, waarin die ook mag bestaan.
7. Goed ter sterkte: om op te vertrouwen in benauwdheid.
8. Goed voor zijn eigen volk, die hun goedheid vinden in Hem.
Laat ons Hem loven als goed in de nadrukkelijkste en onbeperkstte zin. Wie ook goed of niet goed mag zijn, wij weten, dat de Heere goed is. Ja, “niemand is goed dan Een, namelijk God,” #Mt 19:17.
II. God voor ons. “Ter sterkte in de dag van de benauwdheid.”
1. Onder bijzondere omstandigheden onze toevlucht. De dag van de benauwdheid, als de beproeving van bijzondere aard en zeer zwaar is.
De dag van de benauwdheid: tijdelijk, maar toch lang genoeg om geheel ons leven te duren, zo de Heere niet tussenbeiden treedt.
De dag van de benauwdheid: als er van binnen en van buiten en van rondom, niets dan zorg, vrees, gebrek en smart is.
2. Ten allen tijde onze veiligheid verzekerende: want een sterkte, een burg; is altijd sterk, ook als er niet dadelijk oorlog is.
3. Onze vrede handhavende. Binnen de muren van een citadel kan men zich rustig bewegen, want men is er beschut tegen vijanden.
4. Onze vijanden tartende, daar zij zo’n sterkte niet durven aantasten.
5. Immer dezelfde blijvende: altijd een veilige schuilplaats biedende voor de nooddruftigen.
Laat ons heengaan tot Hem, zoals de mensen, die op het platte land wonen, in tijden van oorlog naar ommuurde steden vluchten.
III. God met ons. “Hij kent hen, die op Hem vertrouwen.” De term “Hij kent hen” sluit in:
1. Zijn gemeenzaam bekend zijn met hun persoon, hun toestand, enz.
2. Zijn tedere zorg om in al hun behoeften te voorzien.
3. Zijn goddelijke goedkeuring van hen. Tot anderen zegt Hij: “Ik ken u niet.” (Luk. 13:25).
4. Zijn liefdevolle gemeenschap met hen, die het beste bewijs is, dat Hij hen kent en dat zij zijn geliefde vrienden zijn.
5. Zijn openlijke erkenning: thans erkent Hij hen en voor de hele wereld zal Hij hen belijden, (Openb. 3:5).
Laat ons geloven in de goedheid van de Heere, ook wanneer wij haar met onze uitwendige ogen niet kunnen zien.
Laat ons, als wij door onze vijanden worden vervolgd, op Hem vertrouwen.
Laat ons, als de stormen van de beproeving boven ons hoofd losbreken, tot Hem de toevlucht nemen om bescherming.
Laat ons in Christus Jezus op Hem vertrouwen voor onze eeuwige gelukzaligheid.