En het geschiedde toen Mozes van de berg Sinaï afging …zo wist Mozes niet dat het vel zijns aangezichts glinsterde. Exodus 34:29
Het vel van Mozes’ gezicht glinsterde. Hoe kwam dat? Het was het gevolg van een ten dele verhoord gebed: Ik smeek U, toon mij Uw heerlijkheid. In die tijd kon God dit gebed niet in zijn geheel verhoren, want Mozes kon die aanblik niet verdragen. Ik beschouw het echter als een heel heerlijk gebed, en wel omdat er veertienhonderd jaar nadat het werd gedaan, een volledig antwoord op kwam. De heerlijkheid van God kunnen we alleen zien in het aangezicht van Christus Jezus. Op de top van de berg Thabor heeft Mozes de verheerlijking van Gods Zoon gezien; daar en toen werd zijn gebed volkomen verhoord. Op de berg Sinaï kon hij de volle heerlijkheid des Heeren niet zien; toch had hij genoeg gezien, en dit had zoveel indruk op hem gemaakt, dat het vel van zijn gezicht glinsterde. God is Licht; zij die op Hem zien, worden verlicht, en verspreiden licht om zich heen. Mozes sprak met God van aangezicht tot aangezicht als een man met zijn vriend spreekt, en dat deed zijn gezicht glinsteren. Het gezicht van Mozes tegenover God was wat de maan is tegenover de zon. Een gelovige verspreidt licht naar de mensen, wanneer God op hem heeft geschenen. We worden naar hetzelfde beeld veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als door het aangezicht des Heeren. Wilt u licht verspreiden in het dal? Ga dan eerst de berg op en spreek met God. Laat dan dit uw vurig gebed zijn: Laat Uw aangezicht lichten over Uw knecht. Als de Heere het licht van Zijn aangezicht over u verheft, zal er geen gebrek zijn aan licht van het uwe. In Gods licht zult u licht geven.