En hij zegende Jozef. Genesis 48:15
Vaders en moeders onder ons, het is uw plicht uw best te doen dat onze kinderen met ons deel zullen krijgen aan Gods erfenis. Zoals Jozef Efraïm en Manasse meenam op bezoek bij hun bejaarde grootvader, moeten wij ook onze kinderen daar brengen waar we de zegen kunnen verwachten. We moeten zorgvuldig zijn als het gaat over het gezelschap waar we onze zoons en onze dochters brengen. We moeten maar nooit met hen naar een plaats gaan die hun meer nadeel dan voordeel brengt. De vader die niet elke gelegenheid aangrijpt om een zegen te krijgen voor zijn Efraïm en Manasse, zal het waarschijnlijk niet meemaken dat de jongens uit zichzelf en voor zichzelf de zegen zoeken. Vooral moet dit de zorg zijn van ouders die rijk worden. Hun kroost zal hierdoor juist in de verleiding komen een voornamer gezelschap te zoeken dan dat wat het arme volk van God hun kan bieden. Ik twijfel er niet aan dat deze twee zonen van de eerste minister van Egypte aan heel grote verlokkingen hebben blootgestaan. Ze waren zoons van een heel rijke en voorname vader, en hun voorkeur ging misschien wel uit naar Egypte. Toch denk ik dat ze heel sterk in de goede richting werden geleid, en gebracht tot het aanbidden van de God van Abraham, van Izak en van Jakob — en dat door de ijver van hun vader Jozef, door de herinnering aan de zegen van hun stervende grootvader. Er is geen spoor van dat ze neigden tot de godsdienst van de koning en de edelen van Egypte, maar wel dat ze het geloof van hun vader hebben aangehangen. O, dat alle nakomelingen van puriteinse vaders in deze kwade dagen pal mochten staan voor de waarheid Gods!