… en Ik zal met u zijn. Genesis 31:3
Jakob had het huis van Laban verlaten. Het werd een heel gevaarlijke reis, maar God was met hem. Jakob zegt ons dat het zo was. Die arme Jakob was erg bang toen hij hoorde dat Ezau kwam om hem te ontmoeten. Dat kunnen we zien aan de manier waarop hij de kudden schapen en ander vee verdeelde, en een heel groot geschenk voor Ezau apart zette. God verlaat Zijn volk echter niet wanneer het vreest. Daar ben ik zo dankbaar voor. Als Hij ons vanwege ons ongeloof moest verwerpen, is er dan een van ons die niet allang verworpen zou zijn? Daar liep Petrus met de moed van het geloof op het water. Was Christus niet met hem? Ja, want anders had hij helemaal niet op het water kunnen staan. Langzaam begaf zijn geloof het, en Petrus zonk. Heeft Christus hem toen prijsgegeven en gezegd: Gij moet sterven, en dat komt door uw ongeloof? Nee, een woord als dat staat niet in de Bijbel. Wel staat er geschreven: ‘U geschiede naar uw geloof.’ Jezus strekte Zijn hand uit, pakte de wegzinkende Petrus en zei: ‘Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld?’ Al doet u de Heere misschien verdriet door te twijfelen en te vrezen, en al moest u zich daarom schamen voor uzelf, toch zal Hij u niet begeven. Als er geloof is in uw hart, ook al is het maar klein, zult u, uw twijfels en uw vrees ten spijt, moeten zeggen: De Heere was met mij in de dag der benauwdheid, en is met mij geweest op de weg die ik ging.