Indien dan uw lichaam geheel verlicht is, niet hebbende enig deel dat duister is, zo zal het geheel verlicht zijn. Lukas 11:36
We hebben het licht nodig zodat het over ons temperament zal schijnen. We kennen wel wat christenen die niet willen dat je het over hun temperament hebt: ze hebben het zich veroorloofd zo kribbig te zijn als ze willen, op grond van het feit dat het ‘nu eenmaal hun aard is’. Nee, zeggen ze, ik kan er niets aan doen dat ik driftig ben. M’n moeder was heel gauw aangebrand, en het ligt in mijn aard dat ik dat ook ben. Daar is niets aan te doen. Laat het licht maar eens over dat concrete lelijke geval schijnen. Als dat wat u zegt waar is, zet dan maar zwart op wit dat u een onverbeterlijk boosaardig mens bent, en uw leven lang zo moet blijven. Wat? Hebt u daar geen zin in? Als het waar is, laat het licht erover vallen. Uzelf en anderen moeten dan maar weten dat u niet deugt en er voor u geen genezen aan is. Bent u boos op me, dat ik u dit voorstel? Ik ga alleen maar uit van uw eigen woorden. Zeg niet: Ik kan er niets aan doen dat ik een kwalijke aard heb. U moet er wat aan doen. Bid God dat Hij u zal helpen het nu te boven te komen, want óf u moet dat temperament doden, óf het zal u doden. U kunt een kwalijke aard niet meenemen naar de hemel. In het huis van uw Vader daarboven willen ze niet één van uw driftbuien hebben. Laat het licht van Christus’ liefde erover schijnen, en dat lelijke wordt ter dood gebracht. Het is als met een nachtvogel: het lelijke kan het licht van de genade en de liefde niet verdragen. Leef dicht bij Jezus, en Zijn barmhartigheid zal uw lelijke drift tenietdoen. Probeer het!