En dat de doden opgewekt zullen worden, heeft ook Mozes aangewezen bij het doornenbos, als hij de Heere noemt de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs. God nu is niet een God der doden, maar der levenden; want zij leven Hem allen. Lukas 20:37-38
Dit was het verbond, dat zij God zouden hebben als hun God en dat zij Gods volk zouden zijn. O, broeders, ik weet niet hoe ik over zo’n zegen als deze spreken moet, hoewel ik mij daar dagelijks over verblijd. Deze God is onze God. Alles wat de Heere is en alles wat Hij kan doen, heeft Hij ons overgegeven om dat tot ons nut te gebruiken: de volheid van Zijn genade en waarheid, de oneindigheid van Zijn liefde, de almacht van Zijn kracht, de onfeilbaarheid van Zijn wijsheid — dat alles, alles zal ten nutte van ons aangewend worden. De Heere heeft Zich aan Zijn volk overgegeven als hun erfenis; en anderzijds, wij, arme, zwakke schepselen die we zijn, zijn de bijzondere schat van de levende God. ‘Des HEEREN deel is Zijn volk: Jakob is het snoer Zijner erve.’ O, wat een eer is het dat God zelfs tot u en mij zegt: ‘Ik zal uw God zijn en u zult Mij tot een volk zijn. Boven de engelen, boven de hemelen, boven alle andere schepselen, bewaar Ik u voor Mijzelf. Ik heb u liefgehad met een eeuwigdurende liefde. Ik zal in Mijn liefde voor u rusten. Ik zal Mij met gezang over u verblijden.’