Hallelujah! Zingt de HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de Gemeente Zijner gunstgenoten. Psalm 149:1
Wij zullen verheugd zijn en ons verblijden in God. We zullen de poorten van het nieuwe jaar niet openen met de treurige klanken van de doedelzak, maar met het lieflijke snarenspel van de harp der vreugde. ‘Komt, laat ons de HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen de Rotssteen onzes heils’ (Ps. 95:1). Welk een vreugde vinden we in Jezus! Welk een stroom van oneindige zegeningen, ja, iedere druppel van Zijn volheid vinden we in Hem! U, o gezegende Heere Jezus, bent het deel van Uw volk. Begunstig ons daarom dit jaar met zulk een gevoel van Uw dierbaarheid dat we ons dit jaar van de eerste tot de laatste dag mogen verblijden en in U verheugen. Stel dat u een meer ziet waarin twintig, dertig stroompjes uitkomen. Er zal dan ook in het hele landschap geen grote rivier te vinden zijn, maar een aantal kleine beekjes, die ’s zomers uitdrogen en ’s winters in woeste stromen veranderen. Ze zullen voor ieder doel onbruikbaar zijn omdat er niet voldoende water in het meer is dan om een grote stroom te voeden. Een mens heeft slechts genoeg leven in zijn hart om één doel ten volle na te streven. U moet niet de helft van uw liefde aan Jezus geven en de andere helft aan de wereld. Niemand kan tegelijkertijd God en de Mammon dienen.