Komt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. Psalm 95:6
O, wedergeboren ziel, die beeft van angst, als u nog niet het liefelijk aangezicht van uw Beminde hebt aanschouwd, als u zich nog niet kan verheugen in de majesteit van Zijn ambten en in de wonderen van Zijn Persoon, laat uw ziel dan tenvolle tot leven komen door de rijkdom van Zijn genade en de kostbaarheid van Zijn bloed. De toezegging dat u Hem toebehoort, is in uw bezit; heb Hem daarom lief en ter Zijner tijd zal Hij u nieuwe wonderen en heerlijkheden openbaren, zodat u zult kunnen uitroepen: ‘O, staf van mijn leven en sterkte van mijn hart, ik zal onder Uw schaduw zitten en zingen, ja, ik zal een lied van liefde zingen dat het hart van mijn Beminde raakt!’ Als de ziel door de Heilige Geest geleid wordt om een helder zicht op Jezus te krijgen, in Zijn verscheiden ambten, hoe snel zal het hart dan in vuur en vlam geraken! Te zien hoe Hij Zich neerbuigt van Zijn troon om mens te worden, om Zich vervolgens over te geven aan het lijden, om de meelevende vriend van de mens te worden, om Zich dan over te geven aan de dood om zijn losprijs te worden, is voldoende om alle hartstocht van de ziel te beroeren. Om Hem door het geloof te leren kennen als de verzoening voor onze zonden, Die Zijn eigen bloed sprengde binnen het heiligdom en Die onze zonden aan het kruis nagelde, is een aanblik die nooit zal nalaten de eerbiedige, maar toch in vervoering brengende bewondering van de beschouwer op te wekken.