Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden degenen, die in oprechtheid wandelen. Psalm 84:12
Jehova is van nature overvloedig; Hij geeft graag. Zijn gaven zijn buitengewoon kostbaar en worden zomaar gegeven evenals het licht van de zon. Hij schenkt genade aan Zijn uitverkorenen omdat Hij dat wil, aan Zijn verlosten vanwege het verbond, aan Zijn geroepenen vanwege Zijn belofte, aan de gelovigen omdat ze die zoeken, aan zondaren omdat ze die nodig hebben. Hij schenkt overvloedige, voortdurende, bereidwillige en soevereine genade; de waarde van de zegen dubbel versterkt door de manier waarop die geschonken wordt. Hij schenkt Zijn volk vrije genade in allerlei vormen: troostende, volhardende, heiligende, leidende, onderwijzende, helpende genade. Hij stort die genade edelmoedig in hun zielen uit, zonder ophouden en dat zal Hij altijd doen, wat er ook mag gebeuren. Ze kunnen ziek worden, maar de Heere schenkt genade; ze kunnen tot armoede vervallen, maar hun zal zeker genade verleend worden; de dood mag zich aandienen, maar genade ontsteekt een kaars zelfs in het donkerste uur. Lezer, wat een zegen is het om met het voorbijgaan der jaren en als de bladeren gaan vallen, zich te kunnen verheugen in een onverwelkelijke belofte als deze: ‘De Heere zal genade geven.’ Het voegwoordje en in dit vers is een diamanten verbinding van het heden en de toekomst; genade en eer gaan altijd samen. De Heere heeft ze samengevoegd en niemand kan ze scheiden. De Heere zal een ziel aan wie Hij vrije genade verleend heeft, nooit eer onthouden. De Heere zal Zijn uitverkorenen zeer zeker eer en heerlijkheid geven, de heerlijkheid van de hemel, de heerlijkheid van de eeuwigheid, de heerlijkheid van Jezus, de heerlijkheid van de Vader. O, zeldzame belofte van een trouwe God!