De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken… En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld. Psalm 23:1, 1 Johannes 4:14
Als ik eens op gindse bergtop dwaalde en Jezus klom de berg op om mij te zoeken, droeg mij op Zijn schouder en bracht mij thuis, dan zou ik er niet aan hoeven twijfelen dat Hij mijn Herder was. Als ik het eigendom van een andere schaapherder zou zijn geweest, zou Hij mij niet gezocht hebben. En uit het feit dat Hij mij zocht, weet ik dat Hij mijn Herder moet zijn. Als ik mijn verlossing zou kunnen terugleiden tot een of ander schepsel, dan zou ik denken dat dat mijn herder was. Maar daar degene die door God verlost is, moet belijden dat God dat alleen gedaan heeft, moet hij er wel van overtuigd zijn dat de Heere zijn Herder is, omdat Die hem gevonden en thuisgebracht heeft. Mijn Herder is tevens mijn Zaligmaker. Er is geen andere naam onder de hemel aan de mensen gegeven door wie wij behouden moeten worden dan Jezus Christus en Die gekruisigd. Er waren geen twee arken, er was slechts één ark. Zo zijn er ook geen twee Zaligmakers, maar slechts één. Er was geen ander middel tot behoud dan alleen de ark. Zo is er ook geen plan der verlossing, dan alleen door Jezus Christus, de Heiland van zondaren. Tevergeefs beklimt u de hoge top van de Sinaï. Tevergeefs beklimt u de hoogste torens van uw zelfbedrog en uw wereldse verdiensten: u zult verdrinken, want een ander fundament dan gelegd is, kan niet gelegd worden: Jezus Christus en Die gekruisigd.