Hij zal uw voet niet laten wankelen. Psalm 121:3
Onze levensreis is als een reis door de bergen. Op bergpaden is er voortdurend het gevaar dat onze voeten uitglijden. Heel hoog in de bergen kun je soms duizelig worden en dan kun je ook gemakkelijk uitglijden. Er zijn plekken die zo glad zijn als een spiegel en andere zijn ruw. Weer ergens anders is er een pad met losliggende stenen. Zo’n tocht is dus vol gevaren. Een kind van God zou op zijn levensreis niet één uur in eigen kracht staande kunnen blijven. Maar God zorgt ervoor dat zijn voet niet wankelt. En daarom kan Gods kind zingen:
In duizend strikken houd ik stand,
Gesteund en bewaard door Uw hand.
Uw trouwe hand houdt mij steeds vast.
Dan is mijn kruis een lichte last.