Hoewel wij enige vrucht voor Christus hebben voortgebracht, en de blijde hoop koesteren dat wij “planten van Zijn rechterhand zijn”, toch zijn er tijden dat wij ons zeer dor voelen. Het gebed is minder, de liefde is koud, het geloof is zwak, elke genade in de tuin van ons hart kwijnt weg en valt neer. Wij zijn als bloemen in de hete zon, die een verfrissende regenbui nodig hebben. Wat moeten we in zo’n toestand doen? “Zing, o onvruchtbare, breek uit en roep luid” Zing, gelovige, want het zal je eigen hart, en de harten van andere verlatenen opbeuren. Zing verder, want nu God je vruchteloos maakt, zal Hij je spoedig met trossen bedekken.