Omdat Spurgeon leed aan jicht, reuma en de ziekte van Bright (nierziekte) verbleef hij in de wintermaanden in het Franse plaatsje Menton. Het is zeker spectaculair om de glimmende witte boten in het blauwe water van de haven te zien, en daarbuiten de zachte gele huizen die zich op de helling nestelen, met een panorama op de bergen van de Alpes-Maritimes als achtergrond. Spurgeon verbleef in verschillende hotels (Hôtel de la Paix, Hôtel d’Anglais) maar vooral in het Hôtel Beau Rivage, op nr. 1, Avenue Blasco Ibanez. Deze lag aan de zeezijde ongeveer een mijl ten oosten van het oude Menton, in de wijk Garavan. Het is nu gesloopt en er is een flatgebouw met twee restaurants voor in de plaats gekomen. Op 16 oktober 1891 vertrok Spurgeon naar Menton, voor het eerst vergezeld van zijn vrouw Susannah. Zijn broer James en zijn vrouw, en zijn persoonlijke assistent Joseph Harrald, reisden ook met hen mee. Hij kon een korte rit maken langs de Boulevard Victoria (nu de Porte de France) en Susannah zijn favoriete uitzicht vanaf de golfbreker laten zien. Susannah gaf al snel een vrouwelijk tintje aan de hotelkamers, met name de zitkamer waar Spurgeon ‘s ochtends de devoties leidde en het avondmaal van de Heer op zondagmiddag. Dit zou echter zijn laatste reis naar Menton zijn.