Het “Down-Grade” geschil tussen Spurgeon en The Baptist Union was inmiddels hoog opgelopen. Het heeft Spurgeon veel verdriet gedaan, maar hij moest de weg der verlossing verdedigen, hij kon niet anders. In Spurgeons eigen woorden luidt het: “Heden ten dage wordt de Heere Jezus verraden door niet weinigen die zich Zijn dienstknechten en leraren der gemeente noemen. Hij wordt opnieuw gekruisigd door onophoudelijke aanvallen op Zijn gezegend Evangelie en het kan wel zijn dat dit al erger wordt. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt; in verschillende perioden van de geschiedenis van de Kerk Gods hebben Zijn vijanden gejuicht en geroepen dat het Evangelie der oude tijden veroordeeld was en nu wel als dood en begraven geacht kon worden.” In oktober 1887 kwam het tot een definitive breuk tussen Spurgeon en de Unie. Deze wel overwogen stap die genomen werd voor het Aangezicht van Hem die harten kent en nieren proeft, heeft — naar de mens gesproken — het leven van Spurgeon bekort door smaad, laster en hoon, hoewel hij zelf eerder gezegd had: “Een christenleraar moet verwachten zijn goede naam onder de mensen te verliezen”.