Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal. Johannes 21:12
Met deze woorden wordt de gelovige uitgenodigd tot heilige gemeenschap met Jezus. ‘Laten wij gaan eten’ veronderstelt dat wij aan dezelfde tafel zitten met Jezus en hetzelfde voedsel eten; Ik stel me zo voor dat ik naast de Heiland mag zitten en mijn hoofd op Zijn boezem laat rusten. Deze woorden brengen ons in het huis van vreugde, waar de vlag van de verlossende liefde wappert. Zij geven ons een voorsmaak van de ultieme vereniging met Jezus, omdat het enige voedsel waarvan wij kunnen genieten als wij de maaltijd met Jezus gebruiken, Jezus Zelf is. Wat een heerlijke eenheid is dit.
Wat een vreugde en een geheimenis om jezelf met Jezus te voeden. Het verstand kan dit niet doorgronden. ‘Wie Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.’ Maar de woorden van Jezus gaan verder. Ze roepen ons ook op tot de gemeenschap met onze medechristenen, de heiligen. Hier mogen wij ook van genieten. Christenen kunnen op allerlei punten van gedachten verschillen, maar zij hebben allemaal dezelfde geestelijke honger; en hoewel wij niet allemaal hetzelfde voelen, kunnen wij ons wel allemaal voeden met hetzelfde brood des levens, dat uit de hemel neerdaalde.
Aan de tafel van Jezus wordt maar één brood en één beker gebruikt. Als de beker van de liefde rondgaat, verenigen wij ons onderling met ons hart. Als je dichter bij Jezus komt, kan het niet anders dan dat je ook dichter bij hen komt, die eveneens deel hebben aan het hemelse manna. Dichter bij Jezus betekent dus dichter bij je medemens. Dichter bij elkaar.
En tenslotte zien wij in deze woorden van Jezus heel duidelijk de bron van kracht voor elke Christen. Christus van een afstand zien betekent dat je over Hem weet, maar de echte kracht om Hem te dienen en de vrede die alle verstand te boven gaat krijgen we pas als we naar Hem toegaan en samen met Hem de maaltijd gebruiken. Wij gaan gebukt onder veel onnodige zwakheden, omdat wij dit gebod van de Meester veronachtzamen.
Wij hoeven niet op rantsoen te leven, integendeel! Wij moeten ons voeden met het merg en met het vet van het Evangelie, want daardoor daardoor verzamelen we kracht, en die kracht hebben wij nodig in onze dienst aan de Meester gebruiken. Als wij de werkelijkheid willen kennen van de nabijheid van Jezus, de eenheid met Hem willen ervaren, de liefde van God voor Zijn volk willen begrijpen en van de kracht die van Hem uitgaat gebruik willen maken moeten wij aanschuiven aan de tafel van de Heere en het brood en de wijn op geloof tot ons nemen.