Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in der eeuwigheid. Hebreeën 13:8
Het is goed dat er één Persoon is Die dezelfde is. Het is goed dat er één stabiele rots is te midden van de veranderende golven van de levenszee. Want hoe veel en hoe droevig zijn de veranderingen van het afgelopen jaar geweest? Hoe velen van u die in overvloed begonnen zijn, zijn door de paniek die de volken geschud heeft bijna tot armoede vervallen? Hoe velen van u die hier op de eerste rustdag van het vorige jaar in goede gezondheid naar binnen liepen, moesten hier nu wankelend binnenkomen, in het besef dat de adem van een mens in zijn neus is, want waarin is hij te achten? (zie Jesaja 2:22) Velen van u kwamen hierheen met een talrijk gezin, leunend op de arm van een goede en zeer geliefde vriend. Ach, wat had liefde te betekenen als er verder niets was, o aarde! Want u hebt degenen die u het meest liefhad begraven. Sommigen van u komen hier kinderloos of als weduwe, of zonder vader, nog steeds treurend over uw laatste beproeving. In uw toestand hebben zich veranderingen voorgedaan die uw hart vulden met verdriet. Uw bekers van geluk zijn gevuld met teugen van bitterheid. In uw gouden oogst is onkruid gestrooid, en u hebt samen met het kostbare graan het schadelijke onkruid moeten oogsten. Uw zeer fijne goud is verdonkerd en uw roem is vergaan. De zoete gevoelens van het begin van het vorige jaar werden bittere gevoelens aan het eind ervan. Uw vervoering en verrukking werd in neerslachtigheid en akelige voorgevoelens veranderd. Een droevige verzuchting over onze veranderingen en een ‘halleluja’ voor Hem Die geen verandering kent.