15 De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, een werk van mensenhanden. 16 Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; 17 Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond. 18 Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt. 19 Gij huis Israëls! looft den HEERE; gij huis Aärons! looft den HEERE. 20 Gij huis van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft den HEERE. 21 Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Hallelujah!
Het is het toppunt van waanzin om zelfgemaakte voorwerpen van metaal te aanbidden. Hoewel zilver en goud nuttig zijn voor ons als wij ze goed gebruiken, is er niets in deze metalen waardoor ze aanspraak kunnen maken op eerbied en aanbidding. Als wij niet beter wisten, zou het uitgesloten lijken dat intelligente wezens buigen voor voorwerpen die zij zelf uit erts hebben opgedolven en in vorm gebracht. Je zou denken dat het minder absurd is je eigen handen te aanbidden dan datgene wat die handen hebben gemaakt. Wat voor grote werken kunnen deze nepgoden voor een mens verrichten als ze zelf het werk van een mens zijn? Afgoden zijn geschikter om mee te spelen, zoals kleine kinderen met poppen spelen, dan om aanbeden te worden door volwassen mensen. Handen kunnen beter dienen om objecten die zo idioot gebruikt kunnen worden, te kraken dan om ze te maken.
De afgodendienaars zijn even slecht als de afgodenmakers; want als er niemand was om ze te vereren, zou er geen markt zijn voor het nederige handwerk. Afgodendienaars zijn geestelijk dood, het zijn slechts schimmen van mensen, hun beste wezen is weg, ze zijn niet wat ze lijken. Hun monden bidden niet werkelijk, hun ogen zien de waarheid niet, hun oren horen de stem van God niet, en het leven van God is niet in hen. Zij die in hun eigen religieuze uitvindingen geloven, verraden grote domheid, en een totaal ontbreken van de Geest, Die leven doet. Deugdzame mensen kunnen de absurditeit inzien van het verlaten van de ware God en het neerzetten van mededingers in Zijn plaats; maar wie deze misdaad begaan, denken zo niet, integendeel, zij gaan prat op hun grote wijsheid, en pochen over ‘eigentijds denken’ en ‘moderne cultuur’.
Mogen wij gespaard blijven voor zulke nabootsing van goddelijk werk opdat wij ook niet worden als onze afgoden. Het huis van Israël omvat alle uitverkoren zaad; daarna komen we bij de kleinere maar centralere kring van het huis van Aaron, en dijen dan weer uit tot de hele stam van Levi. Laten eerbied en aanbidding zich van mens tot mens verbreiden totdat de hele massa van de mensheid ervan doordrongen zal zijn.
Het huis van Levi had bijzondere redenen om God te loven, leest u het verhaal van de levieten er maar op na. Bedenk dat de hele stam van de levieten werd afgezonderd voor de heilige dienst, en ondersteund door de stammen die aan hen toegewezen waren; daarom waren zij boven alle anderen moreel verplicht Jehova met blijmoedigheid eer te bewijzen. Zij die God vrezen, hoeven op geen andere kwalificatie te wachten voor de heilige dienst; god- vrezendheid levert ons het bewijs dat wij in het verbond delen met Israël, in het priesterschap met Aaron, en in de dienst van de Heere met Levi. Kinderlijke vrees, zoals heiligen koesteren voor de Heere, verhindert hun lofprijzing niet; nee, het is juist de voornaamste bron en fontein van hun aanbidding.
Overweging:
Afgoderij is een afstompende zonde, die de bedrijver ervan berooft van het juiste gebruik van zijn zintuigen.