6 Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, en Samuël onder de aanroepers Zijns Naams; zij riepen tot den HEERE, en Hij verhoorde hen. 7 Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen onderhouden, en de inzettingen, die Hij hun gegeven had. 8 O HEERE, onze God! Gij hebt hen verhoord, Gij zijt hun geweest een vergevend God, hoewel wraak doende over hun daden. 9 Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u voor den berg Zijner heiligheid; want de HEERE, onze God, is heilig.
De drie gelovige mannen die hier genoemd worden, stonden allen in Zijn voorhoven, en zagen Zijn heiligheid, ieder in zijn eigen waardigheid. Mozes zag de Heere Zijn volmaakte wet openbaren in laaiend vuur, Aaron keek vaak hoe het heilige vuur het zondoffer verteerde, en Samuël was getuige van het oordeel van de Heere over Eli’s huis, vanwege de dwaling van zijn weg. Ieder van hen stond in de bres toen de toorn van God ontstak, omdat Zijn heiligheid was gekrenkt; en in hun rol van bemiddelaar beschermden zij het volk tegen de grote en vreselijke God, Die anders Zijn oordeel over Jakob zou hebben voltrokken op een verschrikkelijke manier.
Laten deze mannen, of mensen zoals zij, ons in onze aanbidding voorgaan, en laten wij de Heere op de troon der genade naderen zoals zij deden, want Hij is even toegankelijk voor ons als voor hen. Zij maakten het tot hun levenstaak Hem aan te roepen in het gebed, en door dat te doen lieten zij talloze zegeningen neerdalen op zichzelf en anderen. Roept de Heere ons ook niet op met Mozes de berg op te komen, en de allerheiligste plaats met Aaron te betreden? Horen wij niet dat Hij ons bij name roept zoals Hij deed bij Samuël? En antwoorden wij niet: ‘Spreek, Heere, want Uw knecht hoort’?
Op een zeer speciale manier verhoorde onze Verbondsgod Zijn drie dienaren toen zij pleitten voor het volk. Hij vergaf de zondaren, maar doodde hun zonden. Wij geloven dat het gedeelte verwijst naar het volk dat gespaard werd door de tussenkomst van deze drie heilige mannen, maar toch zwaar werd gekastijd voor zijn overtredingen. Als antwoord op de uitroep van Mozes bleven de stammen in leven, maar de toen bestaande generatie kon Kanaan niet in: Aarons gouden kalf werd verpulverd, hoewel het vuur van de Heere het volk niet verteerde; en Israël leed onder het harde regime van Saul, hoewel op Samuëls verzoek het gemor tegen het theocratisch bestuur van de God van hun vaderen niet bezocht werd met pestilentie of hongersnood. Dus zonde vergeven en tegelijkertijd de afkeer ervan tot uitdrukking brengen is de bijzondere glorie van God, en de beste illustratie daarvan is de zoendood van onze Heere Jezus.
Lezer, bent u een gelovige? Dan is uw zonde u vergeven; maar even zeker als u een kind van God bent, zal de roede van de vaderlijke tucht op u neerkomen als u niet wandelt met God. ‘Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend; daarom zal Ik al uw ongerechtigheden over ulieden bezoeken.’
Overweging:
De psalm is in zijn hele opbouw trinitarisch. In ieder van de heilige Personen is de Heere de God van Zijn volk; de Vader is de onze, de Zoon is de onze, de Heilige Geest is de onze: laten wij Hem verhogen met al onze verloste krachten. O, mogen onze harten vanbinnen gereinigd zijn, opdat wij het juiste zicht krijgen op de oneindige volmaaktheid van de drie-enige Heere en haar op waardige wijze loven.