10 Verslind hen, HEERE! deel hun tong; want ik zie wrevel en twist in de stad. 11 Dag en nacht omringen zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar. 12 Enkel verderving is binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet van haar straat. 13 Want het is geen vijand, die mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, die zich tegen mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. 14 Maar gij zijt het, o mens, als van mijn waardigheid, mijn leidsman en mijn bekende! 15 Wij, die te zamen in zoetigheid heimelijk raadpleegden; wij wandelden in gezelschap ten huize Gods. 16 Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen.
Het gepeupel en hun aanvoerders beraamden complotten, raasden en rebelleerden tegen hun koning, druk in de weer met tal van dwaze bedenksels. Anarchie had zich onder hen verbreid, en de koning hoopte dat dezelfde wetteloosheid die hem in ballingschap had gestuurd, zijn vijanden zou verzwakken. De revolutie verslindt haar eigen kinderen. Zij die sterk zijn dankzij geweld, zullen vroeg of laat merken dat hun sterkte hun dood is. Absalom en Achitófel kunnen de massa wel mobiliseren, maar haar niet zo gemakkelijk leiden. Evenmin konden ze hun eigen politiek zo vlot bepalen dat ze dikke vrienden bleven. Het gebed van David werd verhoord, de opstandelingen werden al spoedig verdeeld in hun plannen; Achitófels weg leidde tot ophanging met een touw, en die van Absalom tot ophanging zonder touw.
Hij was geen openlijke vijand, maar een zogenaamde vriend; hij liep over naar het andere kamp en probeerde de echtheid van zijn verraad te bewijzen door zijn oude vriend te belasteren. Geen vijand zo gevaarlijk als een valse vriend. Verwijten van hen die op goede voet met ons stonden, en door ons werden vertrouwd, kwetsen ons diep; en doorgaans zijn ze zo goed op de hoogte van onze speciale zwakheden dat ze ons op onze gevoeligste plek weten te raken en weten te zeggen wat ons het meest beschadigt. Wij kunnen ons verbergen voor openlijke vijanden, maar wie kan aan verraad ontkomen? Als onze vijanden trots snoeven over ons, zetten we ons schrap om ons te verweren, maar wanneer diegenen die beweerden dat zij van ons hielden, vol minachting op ons loeren, waar blijven we dan? Onze Heere moest het bedrog en de trouweloosheid van een geliefde discipel met alle pijn daarvan verduren; laten we ons niet verbazen als wij geroepen worden de weg te gaan die Zijn doorboorde voeten eerst gingen.
Het was niet alleen het overleg dat mannen samen in het openbaar of over algemene onderwerpen plegen, hun samenwerking was intiem en vertrouwelijk geweest. Het was een contact van hart tot hart, althans van Davids kant. Hoe geveinsd de genegenheid van de verrader ook geweest moge zijn, de verraden vriend had hem niet koel bejegend, of tegenover hem op zijn woorden gepast. Schande over de ongelukkige die zo’n kameraadschap tot een leugen kon maken en zulk vertrouwen kon beschamen! Religie had hun kameraadschap een gewijd karakter gegeven, ze hadden gezamenlijk de eredienst verricht, en over hemelse onderwerpen gesproken. Als ooit enige band onschendbaar behoort te zijn, geldt dat voor een geloofsverbondenheid. Er schuilt een mate van goddeloosheid, van een afschuwelijk soort, in het bedrog dat de verbondenheid neerhaalt van mensen die tegenover elkaar van hun godvrezendheid getuigen. Zal nota bene het altaar van God door huichelachtigheid worden bezoedeld? Zullen de tempel- bijeenkomsten verontreinigd worden door de aanwezigheid van verraad? Al deze dingen golden voor Achitófel. Van het adderengebroed zijn nog een paar adders over, die de hand zullen bijten die hen koesterde, en die voor zilverlingen diegenen zullen verkopen die hen in de positie brachten die het voor hen mogelijk maakte zo’n afschuwelijk verraad te plegen.
Overweging:
Dit gebed is een profetie van de totale, finale, eeuwige ondergang van al diegenen die, stiekem of openlijk, zich verzetten en rebelleren tegen de Messias van de Heere.
