De verst gevorderden onder ons zijn nog in vele opzichten vreemdelingen aangaande de onvergelijkelijke liefelijkheid van Christus. Wij zullen Zijn goedheid nooit genoeg kunnen prijzen, want telkens is aan Hem iets nieuws, zodat er elke dag een nieuwe lofzang te zingen is. Elke dag van ons leven zullen wij Hem een nieuwe Christus vinden, en toch is Hij altijd dezelfde, Zijn alles te bovengaande voortreffelijkheid en onuitputtelijke volheid vernieuwen op die manier aanhoudend onze liefde. O Jezus, niemand weet, hoe groot de minste van Uw eigenschappen, hoe rijk de armste van Uw gaven is! Ik heb mensen gekend, die met alle macht het pad van de godsdienst bewandelden en toch verdwaalden, omdat zij niet goed begonnen waren. ”Hoe is dat mogelijk?” zegt u. Wel, er zijn sommigen, die de godsdienst eensklaps aangrijpen, een tijd lang vasthouden en dan weer verliezen, omdat zij hem niet op de juiste manier hebben verkregen. Zij hebben gehoord, dat het noodzakelijk is, dat de mens, alvorens behouden te worden, door de werking van de Heilige Geest de zwaarte van de zonde moet voelen, dat hij haar belijden moet, alle hoop op zijn eigen werk moet laten varen en alleen op Jezus moet zien. Al deze dingen beschouwen zij als onaangename voorbereidingen en daarom doen zij belijdenis, voordat de Heilige Geest enig goed werk in hen heeft gedaan, voordat zij geleerd hebben alles aan Christus over te geven.
Dit staat gelijk aan een winkel beginnen zonder voorraad te hebben en kan niet anders dan verkeerd aflopen. Wanneer iemand geen kapitaal heeft om mee te beginnen, zal hij voor een korte tijd veel ophef maken; doch het zal zijn als het kraken van doornen onder een pot, het zal veel lawaai maken en licht geven voor een tijd, maar in donkerheid uitsterven. Hoevelen zijn er, die het niet noodzakelijk vinden, dat er strijd is in hun hart. Wij moeten echter bedenken, dat nooit iemand een veranderd hart heeft gehad, zonder vooraf een ellendig hart te hebben gehad. Wij moeten door een donkere poort van overtuiging heen, om te komen tot de hoogte van de heilige blijdschap. Vóór wij de stad van de behoudenis bereikt hebben, moeten wij eerst door de poel van de wanhoop gaan. Eerst moet er geploegd en dan gezaaid worden, veel kou en regen moet er zijn, voordat de oogst komt. Maar wij doen dikwijls als de kinderen, die bloemen plukken en deze zonder wortel in hun tuintje planten. Dan prijzen zij de schoonheid en pracht van dat tuintje, maar al na een korte poos zijn al hun bloemen verwelkt, omdat zij geen wortel hadden. Dit alles is het gevolg van een verkeerd begin, zonder kennis van zaken. Wat is het nut van uitwendige godsdienst, van de bloem en het blad tenzij wij de wortel in ons hebben, tenzij wij omgeploegd zijn met de ploeg van de Geest en bezaaid met het heilig zaad van het Evangelie, in de hoop om overvloedig vrucht te dragen? De loopbaan van de christen moet goed begonnen worden; want er is geen hoop op slagen, tenzij het begin goed is.