Want zo velen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder de vloek: want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft In al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. Galaten 3:10
Nee, het is geenszins een leer van mijzelf, maar ik verkondig u het Woord van God. Al had u nooit een enkele zonde gedaan, toch zijn uw zondige gedachten voldoende om uw ziel voor eeuwig te verderven In de hel. Al was u in een cel geboren, waardoor elke omgang met mensen u onmogelijk leek gemaakt, waardoor u niet in staat was zich aan onkuisheid, aan diefstal of moord schuldig te maken, toch zouden uw zondige gedachten u aldaar verwerpelijk doen zijn voor Gods aangezicht
Niemand van u kan zich met de hoop strelen dat hij ontvluchten kan, maar wij moeten ons verootmoedigen voor de Heere en uitroepen: „O God, wij zijn schuldig, ieder van ons is schuldig”. „Vervloekt Is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen”. Als ik de wet in het aangezicht kijk, dan is mijn ziel onrustig in mij. Hoor ik uw donder, o wet, dan smelt mijn hart als was voor de zon. Hoe kan ik u verdragen? Al werd ik voor het laatst in mijn leven veroordeeld, dan zou ik toch geen rechter nodig hebben, want ik zou mijzelf aanklagen en mijn geweten zou tegen mij getuigen en mij veroordelen.
Het zal niet nodig zijn over dit punt verder uit te weiden. Gevoelt u uw veroordeling, o mens! U, die buiten God en Christus maar voortleeft? Weg dan met al uw maskers, weg met elke verontschuldiging, weg dan met alle ijdele voorwendsels! Wij moeten voor onszelf belijden dat het vonnis der wet de poorten des hemels voor ons sluit, tenzij het bloed van Christus Jezus ons bedekken zal.