Heere! indien Gij het zijt zo gebied mij tot U te komer op het water. Matth. 14:28.
Een hoge gedachte van zichzelf is geen teken van geloof, het is een nest voor twijfeling. Had Petrus zichzelf gekend dan zou hij misschien gezegd hebben: „Heere! gebied Johannes tot U te komen op het water; ik ben zo’n hoge gunst onwaardig.” Maar neen; daar hij zwak in het geloof was, was hij sterk in zijn oordeel over zichzelf, en plaatste hij zich als gewoonlijk, vooraan. Met haast begaf hij zich op een weg, die voor zijn bevende voet gans en al ongeschikt was, en het duurde maar kort of zijn dwaling kwam aan het licht. Het is zwak geloof, dat hoge gedachten aangaande zichzelf toelaat. Het ging met Petrus nog vrij goed, totdat hij bemerkte, dat de wind de golven geweldig deed bruisen, en toen werd hij bevreesd. Zijn niet vele christenen maar al te zeer geneigd om te leven bij hetgeen zij zien en gevoelen? Horen wij een pas beginnende niet maar al te dikwijls zeggen: „Ik weet dat ik bekeerd ben, want ik gevoel mij zo gelukkig”? Maar weet gij wel dat een nieuw kleed menig meisje gelukkig maakt, en dat menig jongeling zich blij en gelukkig gevoelt, als hij enig geld op zak heeft? Is dit het beste bewijs dat gij kunt bijbrengen. Nu, als gij zeer ongerust zijt kon dit wel eens een beter teken van bekering wezen dan dat gij u gelukkig gevoelt.