Maar Christus is alles en in allen. Kolossensen 3: 11 b
Gij zult verloren gaan, gij schraapzuchtigen, gij inhaligen, die alleen leeft voor deze wereld, gij zult verloren gaan. Daaraan behoeft gij niet te tvi/ijfelen. Maar waarom maakt gij uw veroordeling dubbel zeker door de lage bedriegerij, dat gij uzelven christenen noemt? Laat de Moorman zich een blanke noemen als hij wil; laat het luipaard verklaren dat hij geen vlekken heeft. Dit komt er niet op aan, maar de leugen van iemand die zonder Christus leeft en zich toch een Christen noemt, onteert Hem Die aan het kruis genageld werd op zulk een wijze, dat ik u smeek bij de levende God: Verzaakt uw belijdenis, indien gij haar niet tot waarheid wilt maken. Indien gij niet leeft zoals gij behoort te leven, geeft dan niet voor te zijn wat gij niet zijt. Zoekt bij God de kracht om in uw wandel het leven van Christus, indien dat in u is, te openbaren. Zonder Christus zijt gij niets, al zijt gij ook gedoopt, al zijt gij ook leden van een kerk, al wordt gij ook zeer geacht als diakenen, ouderlingen, leraars. Laat Christus daarom in alle dingen uw alles zijn, zodat men genoodzaakt zal worden te zeggen: „Voor die man is Christus alles in alles: ik heb hem gadegeslagen, hij is bij Jezus geweest, hij heeft van Hem geleerd want hij handelt als Jezus deed”.