En die twee talenten had, kwam ook tot hem. Mattheüs 25:22
God geeft aan sommige mensen slechts weinige talenten, omdat Hij vele kleine sferen heeft en deze vervuld wil hebben. God handelt altijd met spaarzaamheid. Bestemt Hij een man om de herder en leaar te zijn van een kleine gemeente, misschien vier- of vijfhonderd zielen; waartoe zou het dan dienen hem de gaven en bekwaamheden van een apostel te geven? Bestemt Hij een vrouw om de nederige onderwijzeres van haar eigen kinderen te zijn thuis, een stille opvoedster van haar eigen gezin; zou het haar dan zelfs niet schaden en beroeren, indien God haar een dichteres had gemaakt met de gave om geheel een volk te bezielen en in verrukking te brengen? Het kleine geringe van haar talenten zal haar juist geschikt maken voor het kleine van haar sfeer.
Daar is een jongeling die volkomen in staat is in een haveloze school te helpen onderwijzen; had hij nu een hogere, meer geniale aanleg, dan zou hij wellicht met minachting neerzien op dat werk, en zo zou dan de haveloze school van haar voortreffelijke onderwijzer beroofd zijn. Er zijn kleine levenskringen en deze wil God door kleine, geringe lieden vervuld zien. Er zijn plaatsen van grote en gewichtige verantwoordelijkheid en er zullen mannen van moed en geestkracht en grote bekwaamheid gevonden worden die geschikt zijn voor die arbeid.