Waarom zou ik ertegen opzien om in de put van verdrukking af te dalen als het me naar een goudmijn van geestelijke ervaring leidt? Waarom zou ik klagen als de zon van mijn welvaart ondergaat. In de duisternis van mijn tegenslag ben ik beter in staat om de sterrenbeloften te tellen waarmee mijn trouwe God de hemel heeft versierd. Ga maar zon, want bij uw afwezigheid zullen we tienduizend zonnen zien en wanneer uw verblindende licht weg is, zullen wij in de duisternis werelden zien die door uw licht voor ons verborgen waren. Veel beloften zijn geschreven in onzichtbare inkt, u kunt ze niet lezen tot het vuur van moeilijkheden de letters naar voren brengt. ” Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde (Psalmen 119:71).”