Verder geschiedde des Heeren woord tot mij, zeggende: mensenkind, maak Jeruzalem haar gruwelen bekend. Ezechiël 16; 1 – 2O,
Oh, heeft Jezus al onze zonden vergeven en hebben we nog steeds gezondigd? Heeft Hij mij gewassen en heb ik mezelf weer bevuild? Heeft Hij Zijn bloed vergoten om mij te verschonen en ben ik weer teruggekeerd naar mijn natuurlijk verdorvenheid? O, dit gedrag is werkelijk afschuwelijk! Ik heb sommigen horen zeggen dat de zonden van de gelovigen slechts beuzelingen zijn. Ach, broeders, ik denk dat, als er al een verschil is, de zonden van de volgelingen van Christus duizend keer erger zijn dan de zonden van de ongelovigen, omdat zij zondigen tegen een Evangelie van liefde, een verbond van genade, tegen zoete ervaringen en tegen dierbare beloften. De zondaar mag tegen de verzenen schoppen, dat is al erg genoeg, maar het is nog veel erger om tegen de wonden van Christus te schoppen. Toch is dat wat u en ik gedaan hebben. We hebben gezondigd sinds het zoete uur van de afwassing van onze schuld.