Geef mij de weg Uwer bevelen te verstaan; dan zal ik vertellen over Uw wonderlijke werken. Psalm 119:27, (Engelse vertaling)
Wat een kracht heeft bevindelijke taal. Droge leerstellingen en vrome gemeenplaatsen geleend uit boeken komen smakeloos over, maar hij die spreekt over de dingen die hij met de Koning heeft meegemaakt, heeft een tong als de pen van een vaardige schrijver. Ik ken christenen op leeftijd van wie het lijkt of ze, iedere keer als ze spreken, diamanten en smaragd van hun lippen laten vallen. Je zou willen datje iedere lettergreep die ze uitspreken kon verzamelen; niet omdat wat ze zeggen zo vernuftig of origineel is, maar omdat er in ieder woord een klank van overvloedige regen is, in iedere uitdrukking die van hun lippen komt een goddelijke diepte, een geheiligde zoetheid, een teken van leven. Je zegt: ‘Deze mens weet meer dan wat hij zegt. Hij legt niet al zijn koopwaar in de etalage. Hij is in de geheime plaats der gemeenschap geweest. Zijn gelaat straalt, hoewel zijn stem stamelt.’ Zulke leraren kunnen u en ik blijken te zijn in onze rijpere jaren, met licht in onszelf en allen verlichtend die zich binnen onze invloedssfeer bevinden. O, dat wij het middel mogen zijn om dat wat God ons heeft laten begrijpen, door te geven door onze gewone omgang, door ontspannen, eenvoudige, rustige woorden, maar toch ernstig, gelovig en hemelsgezind.