Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen. Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, door die van het huisgezin van Chloe zijn, dat er twisten onder u zijn. 1 Korinthe 1:10-11
We kunnen niet allemaal preken. We kunnen niet allemaal de leiding nemen. We kunnen niet allemaal goud en zilver geven, maar we kunnen wel allemaal bidden. Er is geen gelovige, ook al is hij nog maar een paar dagen oud in de genade, die niet kan bidden. Er is geen zieke zuster in Jezus die niet op haar bed kan bidden. Er is geen zieke, oude, ongeschoolde of straatarme gelovige die niet kan bidden, die zijn smeekbeden niet toe kan voegen aan de algemene voorraad. Dat is de rijkdom van de kerk. We zetten kisten bij de deur zodat we jullie gaven voor Gods zaak kunnen ontvangen, maar onthoudt dat er in de kerk ook een geestelijke kist is waarin we al onze liefdevolle voorbeden moeten achterlaten als in de schatkist van de Heere. Zelfs de weduwe met haar twee geldstukken kan haar offer achterlaten in deze schatkist. Ziet u, lieve vrienden, welke eenheid en gemeenschap er is onder Gods volk. Want er zijn bepaalde barmhartigheden die alleen gegeven worden wanneer de heiligen eensgezind bidden. We moeten deze eenheid voelen! We moeten voor elkaar bidden! We moeten onszelf verplichten aanwezig te zijn als de gemeente samenkomt om te bidden! Ik zou willen dat u, die met een klein excuus niet naar de gebedsbijeenkomst komen, erover nadenken hoe u ons allemaal berooft. De gebedsbijeenkomst is een waardevolle instelling. Het is de dienende kracht voor alle andere bijeenkomsten en verenigingen. Zijn er van jullie die niet wat vaker kunnen komen? Als u zo nu en dan een klant verliest, denkt u niet dat dit verlies goedgemaakt kan worden door de winst op andere dagen? En zo niet, zou de geestelijke winst niet veel groter zijn dan het kleine tijdelijke verlies? “En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.” (Hebreeën 10:25 SV).