En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht. Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis; (Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen); En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan; Galaten 2:6-9
Oh, wat een genade is het dat de onvolkomenheden van onze bediening niet verhinderen dat God’s kinderen door middel van ons mogen worden gered! Als dat niet zo was, hoe weinig goeds zou er dan gedaan worden in de wereld! John Wesley predikte in alle ernst één visie op het Evangelie, en William Huntingdon predikte een heel andere visie op het Evangelie. De twee mannen zouden een heilige gruwel van elkaar hebben gehad en elkaar heel bewust hebben afgekeurd, maar geen enkele rationele man durft te zeggen dat de zielen niet gered zijn onder John Wesley, of onder William Huntingdon, want God heeft hen beiden gezegend. Beide predikanten waren gebrekkig, maar beide waren oprecht en beide maakten nuttig. Zo is het ook met al onze getuigenissen. Ze zijn allemaal onvolmaakt, vol overdrijvingen van de ene waarheid en misvattingen van de andere, maar zolang we getuigen van de ware Christus die Mozes en de profeten hebben voorspeld, zullen onze fouten vergeven worden, en God zal onze bediening zegenen, ondanks de fout.