En zijn heer zeide tot hem: Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heeren. Mattheus 25:21
De kracht van de kerk is tweeledig. Het is een kracht om aan de wereld te getuigen van wat Christus heeft geopenbaard. Ze is ingesteld als een getuige, en ze moet als zodanig handelen. Vervolgens heeft zij een dienende macht, waarmee zij de wil van Christus uitvoert en zijn geboden doet als dienaar van Christus. Een bepaald aantal dienaren komt in de vergaderzaal bijeen; zij hebben een opdracht gekregen om dergelijk werk te doen en zij hebben ook de opdracht gekregen hoe zij het moeten doen. Zij overleggen dan met elkaar over de kleine details, hoe zij het beste de regel van de Meester kunnen naleven en Zijn opdracht kunnen uitvoeren. Het is goed wat zij doen. Maar, stel dat ze beginnen te overleggen of de door de Meester voorgestelde voorwerpen wel goed zijn, of dat de regels die Hij had vastgelegd misschien niet wat gewijzigd moeten worden! Dit zou opstandig zijn en ze lopen het gevaar ongehoorzaam te worden. Dus een kerk die samenkomt om te overleggen hoe de wil van de Meester uit te voeren, hoe Zijn wetten te handhaven, doet dat terecht; maar een kerkelijke bijeenkomst die nieuwe wetten wil maken, of een kerkelijke bijeenkomst die wil regeren volgens haar eigen oordeel en mening, in de veronderstelling dat haar beslissing gewicht in de schaal zal leggen, heeft een ernstige fout gemaakt en zich in een valse positie geplaatst. De enige leer die ik naar voren heb proberen te brengen is dit: dat alleen Hij die de kerk heeft gekocht en de kerk heeft gered, de kerk moet regeren; en onze harten, moeten hier zonder uitzondering voor buigen.