Toen zeide Arauna tot David: Mijn heer de koning neme en offere, wat goed is in zijn ogen; zie, daar de runderen ten brandoffer, en de sleden en het rundertuig tot hout. Dit alles gaf Arauna, de koning, aan den koning. Voorts zeide Arauna tot den koning: De Heere uw God neme een welgevallen in u! Doch de koning zeide tot Arauna: Neen, maar ik zal het zekerlijk van u kopen voor den prijs; want ik zal den Heere, mijn God, niet offeren brandofferen om niet. Alzo kocht David den dorsvloer en de runderen voor vijftig zilveren sikkelen. 2 Samuel 24:22-24
Er zijn honderden belijders die God nooit iets hebben gegeven dat hen een zelfverloochening kostte; zij gaven slechts kleine onbenulligheden. Er zijn veel belijdende christenen die veel meer uitgeven aan de zolen van hun schoenen dan aan Christus, en er zijn veel vrouwen die meer uitgeven aan kleding dan aan hun Verlosser. Ik heb gehoord van mensen die zeiden dat ze volmaakt waren, ze hadden een half miljoen op hun rekening maar wilde nog meer! Zondaren sterven en worden verdoemd, zendelingen arbeiden zonder financiële steun, en toch verzamelen deze volmaakte mensen hun goud en laten ze de zaak van Christus ongemoeid. Het is niet mijn theorie van volmaaktheid. Hoe kan een mens die zegt dat hij niet meer voor zichzelf leeft zo leven? Als u werkelijk gered bent, broeders, dan is geen haar van uw hoofd van uzelf; het bloed van Christus heeft u gekocht of niet, en als dat zo is, dan bent u helemaal van Christus, elk beetje van u, “Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.” (1 Korintiërs 10:31 SV). Hebt u dat al ervaren?