Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel; En iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat henen in vrede, wordt warm, en wordt verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid is dat Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven dood. Jacobus 2:14-17
Er blijken mensen te zijn die Christus als Verlosser ontvangen, maar niet als hun Heere en Meester. Zij zullen het niet zo openlijk zeggen, maar aangezien daden duidelijker spreken dan woorden, is dat wat hun gedrag in de praktijk zegt. Hoe triest is het dat sommigen over hun geloof in Christus praten, terwijl hun geloof niet bewezen wordt door hun werken! Sommigen spreken zelfs alsof ze begrijpen wat we bedoelen met het verbond van genade, maar helaas is er geen goed bewijs van genade in hun leven, maar een heel duidelijk bewijs van zonde (niet van genade) in overvloed. Ik kan me niet voorstellen dat iemand werkelijk Christus als Verlosser kan ontvangen maar niet als zijn Heere en Meester. Een van de eerste instincten van een verloste ziel is om aan de voeten van de Heiland te vallen en dankbaar en aanbiddelijk te roepen: ‘Gezegende Meester, U die mij gekocht heeft met Uw kostbare bloed, ik belijd dat ik de Uwe ben – de Uwe alleen, geheel en voor altijd. Heere, wat wilt U dat ik doen zal?” Een mens die werkelijk uit genade gered is hoeft niet verteld te worden dat hij onder plechtige verplichtingen staat om Christus te dienen; het nieuwe leven in hem vertelt hem dat. In plaats van het als een last te beschouwen, geeft hij zich graag over aan de Heere Die hem heeft verlost en beschouwt dit als zijn redelijke godsdienst.