En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken. GENESIS 17:5
Ik weet niet of Abraham alle geestelijke betekenis van het met hem gesloten verbond heeft begrepen; waarschijnlijk heeft hij dat niet gedaan, maar hij heeft wel begrepen dat de Christus uit hem geboren zou worden, in Wie alle volken gezegend zouden moeten worden. Hoewel er aan deze man, oud en verdord, met een vrouw van negentig jaar oud, geen enkele kans bestond dat hij ooit vader zou worden, geloofde hij toch ten volle dat hij de vader van vele volken zou zijn, en dat op geen enkele grond anders dan dat de levende God hem dat had beloofd, en daarom moet het zo zijn. Welnu, nu moet het geloof van ieder mens die gered wordt van dit karakter zijn. Ieder mens die verlossing ontvangt, ontvangt dat door een geloof als dat van Abraham, want, mijn broeders, als wij gered zijn, nemen ook wij de belofte van God aan en zijn wij er afhankelijk van. Ja, en als we het Woord door het geloof zoeken, nemen we elke belofte zoals we die vinden, en we zeggen: “Dit is waar,” en “Dit is waar,” en dus rusten we op hen allen. Is het niet zo met jullie allemaal die vrede hebben met God? Heb je het niet gekregen door te rusten op de belofte van God zoals je die in het Woord hebt gevonden en zoals die voor je is opengesteld door de Heilige Geest? Heb je nog een andere grond van vertrouwen dan Gods belofte? Het geloof dat de ziel redt, gelooft in de mogelijkheid van wedergeboorte en heiliging; nee, meer nog, het gelooft in Jezus en verkrijgt voor ons kracht om kinderen van God te worden en kracht om de zonde te overwinnen.