De woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. Spr. 3:33
Hij vreest de HEERE en daarom stelt hij zich onder de goddelijke bescherming als onder een dak, dat hem en zijn gezin dekt. Zijn huis is een verblijfplaats van liefde, een heilige oefenschool, en een plaats van hemels licht. Er staat een familie-altaar in, waarmee de Naam van de HEERE dagelijks in ere wordt gehouden. Daarom zegent de HEERE zijn woning. Het moge een nederige hut zijn, of een deftig herenhuis, maar de zegen van de HEERE komt er om de aard van de bewoner en niet om de grootte van de woning. Het meest gezegend wordt die woning, waarin de heer en de vrouw des huizes godvrezende mensen zijn; maar ook een zoon of een dochter, en zelfs een dienstbare kan een zegen meebrengen voor een geheel gezin. De HEERE bewaart, begunstigt en verzorgt dikwijls een gezin terwille van één of twee leden, die naar zijn oordeel “rechtvaardig” zijn, omdat Hij hen zo gemaakt heeft. Geliefden, laten wij Jezus beschouwen als onze blijvende gast, evenals de zusters in Bethanië dat deden, en dan zullen wij inderdaad worden gezegend. Laten wij ervoor zorgen, dat wij in alle dingen rechtvaardig zijn — in onze handel, in ons oordeel over de mensen, in onze behandeling van de buren, en in ons eigen persoonlijk karakter. Een rechtvaardig God kan geen onrechtvaardige handelingen zegenen.