Neemt waar en hoort al deze woorden, die ik u gebied, opdat het u, en uw kinderen na u, welga tot in eeuwigheid, als gij zult gedaan hebben wat goed en recht is in de ogen van de HEERE, uw God. Deut. 12:28
Hoewel de zaligheid er niet is door de werken van de Wet, worden toch de zegeningen, die worden beloofd bij gehoorzaamheid, aan de getrouwe dienaren van God niet ontzegd. Onze Heere nam de vloek weg, toen Hij voor ons een vloek werd gemaakt, maar geen woord van zegen is herroepen. Wij moeten letten op en luisteren naar de geopenbaarde wil van de HEERE, aandacht schenkend niet aan gedeelten ervan, maar aan ,,al deze woorden”. Het moet geen uitzoeken en kiezen zijn, maar een onverdeeld ontzag voor alles wat God heeft bevolen. Dit is de weg naar de zegen voor de vader en voor zijn kinderen. De zegen van de HEERE rust op zijn uitverkorenen tot in het derde en vierde geslacht. Als zij in oprechtheid voor Hem wandelen, zal Hij het alle mensen doen weten, dat zij een zaad zijn, dat de HEERE heeft gezegend. Geen zegen kan ons of de onzen ten deel vallen door oneerlijkheid en bedriegelijk handelen. De werkwijzen van wereldgelijkvormigheid en onheiligheid kunnen ons of de onzen niets goeds aanbrengen. Het zal ons goed gaan, als wij goed wandelen voor God. Als onkreukbaarheid ons niet voorspoedig maakt, schurkerij zal het zeker niet doen. Wat aan God vreugde schenkt, dat zal ook ons vreugde verschaffen.