Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
In welke wij ook een erfdeel geworden zijn. Efeze 1:11
Toen Jezus Zichzelf voor ons overgaf, deelde Hij ons al de rechten en voorrechten mee, aan Zijn persoon verbonden; zodat nu, hoewel Hij als God Zijn eigenaardige rechten, waarop geen schepsel aanspraak durft maken, blijft behouden, Hij nochtans als Jezus, de Middelaar, het hoofd van het genade–verbond, geen erfdeel heeft, waarvan wij zijn uitgesloten. Al de heerlijke gevolgen van Zijn gehoorzaamheid tot de dood zijn de gemeenschappelijke schatten van allen, die in Hem zijn, in wier plaats Hij de goddelijke wil volbracht. Ziet, Hij treedt de heerlijkheid binnen, maar het is niet voor Zichzelf alleen, want er staat geschreven: “daar de Voorloper voor ons is ingegaan,” Heb 6:20; “staat Hij voor het aangezicht van God, Hij verschijnt er voor ons, Heb 9:24. Denk hierover na, gelovige. Gij hebt geen aanspraak op de hemel in uzelf; uw aanspraak is in Christus opgesloten. Zo gij vergeving hebt ontvangen, het is door Zijn bloed; zo gij gerechtvaardigd zijt, het is door Zijn gerechtigheid; zo gij geheiligd zijt, het is omdat Hij u tot heiligmaking van God is geworden; zo gij voor struikelen en vallen wordt bewaard, het is omdat gij bewaard wordt in Christus Jezus; en zo gij eindelijk volmaakt wordt, het zal wezen doordat gij in Hem volkomen zijt. Alzo wordt Jezus verheerlijkt, want alles is in Hem en door Hem; alzo wordt ons het erfdeel verzekerd, want het is verkregen in Hem; alzo wordt iedere zegen liefelijker, en zelfs de hemel heerlijker, omdat het Jezus onze Beminde is, “in Wie” wij alles hebben verkregen. Wie kan ons deel in de hemelen naar waarde schatten? Weeg de rijkdom van Christus, in de waag, zijn schatten in weegschalen, en ga dan de schatten berekenen, die de heiligen toebehoren. Bereik de bodem van Christus’ oceaan van vreugden, en verwacht dan de zaligheid te zullen doorgronden, die God bereid heeft voor degenen, die Hem liefhebben. Overschrijd de grenzen van Christus’ bezittingen, en droom dan het einde te zullen bereiken van het heerlijk erfdeel van de uitverkorenen. “Alle dingen zijn de uwe, en gij zijt Christi, en Christus is Gods.”