Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Komt, laat ons opgaan tot de berg des Heeren. Jesaja 2:3
Het is onze ziel goed zich te verheffen boven deze boze wereld, tot iets edelers en beters. De zorgvuldigheden van deze wereld en de bedrieglijkheden van de rijkdom zijn in staat al het goede in ons te verstikken, en wij worden gemelijk, moedeloos, wellicht trots en zinnelijk. Deze doornen en distels moeten wij uitroeien, want het Hemelse zaad, daartussen gezaaid, kan zo geen vrucht voortbrengen; en waar zullen wij een betere sikkel vinden om ze af te maaien, dan de gemeenschap met God en de dingen van het koninkrijk? In de valleien van Zwitserland zijn vele bewoners misvormd, en schijnen ziekelijk te zijn, want de lucht is met smetstof vervuld en bedompt; maar ginds op de bergen vindt gij een sterk ras, dat de frisse lucht van de maagdelijke sneeuw op de Alpentoppen inademt. Het zou goed zijn, indien de dalbewoners dikwijls hun moerassige woonplaats konden verlaten om de versterkende berglucht in te ademen. Tot zulk een bergbeklimming nodig ik u heden avond uit. Moge de Geest Gods u helpen vrees en angst en al de ellende van dit aardse dal te laten varen, en de bergen van de vreugde en zaligheid te beklimmen. Moge God de Heilige Geest de banden verscheuren, die ons hier beneden binden, en ons helpen opklimmen! Te vaak zijn wij, gelijk de arend, geketend aan de rots maar ongelijk aan de arend zouden wij zijn, indien wij begonnen onze keten aangenaam te vinden en misschien, indien de proef werd genomen, ongenegen haar af te schudden. Moge God ons genade geven om, indien ons vlees zich niet van de keten kan ontdoen, die van onze geest weg te nemen; en om, ons lichaam beneden latende, als een dienstknecht aan de voet van de berg, gelijk Abraham op te gaan tot de top, om daar te zijn in gemeenschap met de Allerhoogste.